Skip to main content
  • Home
  • Artikels
  • Overleven met een olifant in huis: seksueel trauma en middelenafhankelijkheid

Overleven met een olifant in huis: seksueel trauma en middelenafhankelijkheid

De stuurgroep van de vrouwenwerking in de therapeutische gemeenschappen van De Sleutel, De Kiem, Katarsis en De Spiegel organiseerde samen met de Provincie Vlaams-Brabant op 20 maart 2017 een studiedag over de link tussen seksueel trauma en middelenafhankelijkheid. De talrijke opkomst van praktijkwerkers suggereerde wellicht de nood aan meer openheid over dit thema.

Slachtoffers van een seksueel trauma grijpen vaak naar drugs

De sprekers op deze studiedag waren het er over eens: er is een link tussen seksueel trauma en middelengebruik. Een verslavingsproblematiek heeft vaak zijn oorzaak in een vroeger seksueel trauma. Nelleke Nicolai gaf aan dat 21-43% van de mensen met een posttraumatische stress-stoornis (PTTS) ook een verslavingsproblematiek heeft en dat in verslavingsklinieken bij 26-52% van de patiënten sprake is van lifetime PTTS. Kurt Renders ziet in zijn praktijk waar hij mannen behandelt die seksueel misbruik ondergingen, ongeveer 70% met een verleden van zwaar middelenmisbruik. Ook in de therapeutische gemeenschap van De Kiem is seksueel trauma vaak een onderliggende problematiek bij verslaving.

Schaamte en schuld

Dr. Nelleke Nicolai, psychiater, psychotherapeut en psychoanalytica in Rotterdam met expertise in traumatherapie, bracht een lezing over schaamte en schuld. Na trauma, en dan gaat het zowel over seksueel misbruik, fysiek geweld, emotioneel misbruik of ‘silent trauma’, kan een PTTS ontstaan. Ook persoonlijkheidsstoornissen bv. borderline, dissociatieve stoornissen, chronische depressie en angststoornissen kunnen na een trauma optreden. Dat die samenhang er is werd al in verschillende grote en longitudinale studies bewezen. Vroegkinderlijk trauma geeft daarnaast epigenetische veranderingen, veranderingen in de prefrontale cortex en in frontale symmetrie. Met alle gevolgen vandien: plannen en emotieregulatie wordt moeilijker, er is aandachtsverlies, positieve emoties verminderen, … Trauma zorg ook voor vergroting van de amygdala waardoor slachtoffers meer angst, en schrikreacties hebben. Ook op hormonaal gebied doen zich veranderingen voor zoals een hogere cortisolspiegel en verhoogde ontstekingsreacties. Na trauma treedt tevens een verstoorde emotieregulatie op hetgeen zich uit in hevige paniekerige angst en triggergevoeligheid, gedaald vermogen om over de eigen gevoelens na te denken en verminderde mogelijkheden om zichzelf te troosten of gerust te stellen. Middelgebruik kan voor slachtoffers van trauma een manier zijn om om te gaan met het trauma. Ze leggen er gevoelens mee stil (bv. via heroïne of cannabis) of trachten ze er net mee op te wekken (bv. door stimulerende middelen). Dr. Nicolai maakte ook de link met hechtingsstijlen. Verslaving komt vooral voor bij personen met een vermijdende hechttingsstijl. Een valkuil is dat deze personen vaak hulp afwijzen en eerder stoer doen, ze idealiseren hun jeugd of hun ouders, hebben weinig herinneringen en ontkennen of bagatelliseren het effect van het trauma. Verslaving komt eveneens vaak voor bij personen met een gedesorganiseerde hechtingsstijl. Trauma of verlies is bij hen niet verwerkt, ze geven tegensprekende verhalen en hun verhalen zijn weinig coherent. Verslaafde slachtoffers van trauma kampen met een dubbele schaamte omwille van het seksueel trauma waarover zij zich vaak als de schuldige voelen en omwille van hun middelengebruik. Door zichzelf de schuld te geven van wat er gebeurd is, houden ze de controle in stand.

“Take home message” van dr. Nicolai is dat het de moeite loont om bij verslaafden onderliggende trauma’s te behandelen, niet via exposure en EMDR (al kan dat wel in een later stadium toegepast worden) maar door leren specifiek te mentaliseren, het leren van affectregulatie en lichaamsgerichte psychotherapie, waarbij de veiligheid in de werkrelatie voorop staat.

Stil even… maar niet zwijgen!

Hanneke Sauren, de tweede spreekster uit Nederland, pakte het met haar achtergrond als opleider en supervisor in contextuele psychotherapie anders aan. Ze liet ons een zestal filmfragmenten zien van een theaterstuk over seksueel misbruik in het gezin; eerst nog onder de oppervlakte maar in het laatste fragment expliciet. Ook al was de zaal grotendeels gevuld met hulpverleners, daar werden we even stil van. Via een plenair rollenspel met enkele vrijwilligers werd op de situaties uit de filmpjes verder ingegaan en werd duidelijk dat de contextuele hulpverlener meerzijdig partijdig dient te zijn en met name afwisselend kant moet kiezen van het ene familielid na het andere. Ook de misbruikende dader is vaak slachtoffer. Het werd duidelijk dat het moeilijk is om niet te vervallen in stereotiepe oordelen. Maar de hulpverlener moet volgens Sauren in staat zijn om de mens achter het destructief gedrag te zien en daardoor voorwaardelijk empatisch zijn.

En seksueel misbruik bij mannen?

Psychotherapeut Kurt Renders werkt viaEmotion Focused Trauma Therapy (EFTT) met mannen die seksueel misbruikt zijn. Aan de hand van nagespeelde therapiegesprekken maakte hij duidelijk welke vier fasen in de behandeling worden doorlopen en hoe cliënten op de behandeling reageren. In een eerste fase wordt een werkrelatie opgebouwd tussen cliënt en therapeut. Er wordt gewerkt aan een veilige hechtingsrelatie, een soort ‘reparenting’. Daarin kan men tot een akkoord komen dat er een verband is tussen de huidige moeilijkheden en het trauma, kan men een eerste keer het traumaverhaal vertellen en worden emoties beluisterd, benoemd en gevalideerd. Een tweede fase in de behandeling bestaat uit het reduceren van angst en schaamte. In deze fase kan ook de coping (bv. het middelengebruik) aangepakt worden. Fase drie van de behandeling gaat over het verwerken van trauma en hechtingswonden. Er wordt gewerkt met het traumaverhaal en de blijvende moeilijkheden met hechtingsfiguren. Wanneer er een duidelijk expressie van kwaadheid naar de dader is geweest en de cliënt de dader in plaats van zichzelf verantwoordelijk acht voor het misbruik, is het tijd voor het beëindigen van de therapie.

Groepstherapie zoals in de groep ‘vermoeide helden’, een mannengroep voor overlevers van seksueel misbruik die Renders oprichtte, kan een mooie aanvulling zijn op individuele therapie. Vooral het herstellen van de capaciteiten tot interpersoonlijke verbinding kan via groepstherapie worden aangepakt.

Traumabehandeling in verslavingszorg

Als laatste spreker had Luca Littera, klinisch psycholoog en therapeutisch coördinator van de vzw De Kiem, het over de bondingtherapie en de attitudetechniek die gebruikt worden in de therapeutische gemeenschap van De Kiem. Via de bondingtherapie kunnen vroegere pijnlijke ervaringen emotioneel verwerkt worden en kunnen cliënten lichamelijke nabijheid terug als positief leren ervaren. In de Kiem worden deze methoden toegepast in de emotionele groepen waaraan cliënten vrijwillig kunnen deelnemen.

Deze studiedag was zeer boeiend en gaf meer inzicht in de problematiek en de gevolgen van seksueel trauma en hoe je daar als therapeut best mee kan omgaan. Ik bleef wat op mijn honger zitten wat betreft de rol en de aanpak van middelengebruik en verslaving in dat alles. Dat had wat verder uitgediept mogen worden.