Verdriet en verlies bij familieleden van mensen met een verslaving
Verdriet, afstand en verlies zijn zaken die niet vreemd zijn voor familieleden van iemand die problematisch gebruikt. Prof. dr. Manu Keirse, klynisch psycholoog en doctor in de geneeskunde, benoemt het als leven met een ‘levend verlies’. Op de 5de (Z)onder invloed studiedag bekeek hij het proces van rouwarbeid in het licht van een familielid van iemand met een verslaving. Hij legde enkele pijnpunten bloot die voor alle aanwezigen en zeker voor naastbetrokkenen erg herkenbaar zijn.
Leven met een ‘levend verlies’
Als naaste van iemand met een verslaving leef je met een verlies dat voor de omgeving onzichtbaar is. Bij een overlijden biedt de omgeving een troostende schouder. Bij een naaste met verslaving loopt het anders. Je kan spreken van een verdriet dat in pieken en dalen gaat, maar eigenlijk niet overgaat. Er is een gevoel van afscheid, maar geen vast eindpunt. Dr. Keirse spreekt van een eindeloos rouwproces dat in intensiteit zowel kan af- als toenemen. In het verlengde daarvan kan je eigenlijk niet spreken van een ‘verwerken van verdriet’ en al zeker niet van ‘loslaten’. Waar het wel op aankomt is te leren leven met het levende verlies.
De Kerstraat en de Dorpstraat
Dr. Keirse benoemde ook de aandacht die het leven met een levende verlies opslorpt in de dagdagelijkse bezigheden van familieleden van iemand met een verslaving. De aandacht erbij houden lukt niet altijd. Je bent altijd deels aanwezig bij je naaste, bij het verdriet en de zorgen om je naaste. Keirse benoemde het metaforisch als een vaak verblijf in de Kerkstraat, de straat van de emoties en de zorg om je familie.
Daar tegenover plaatste hij de Dorpstraat, de straat van het verstand, van de adviezen van hulpverleners en van de objectieve feiten. In de Dorpstraat is het belangrijk aandachtig te zijn. Daar krijg je immers de kennis en de adviezen over je naaste met een verslaving, over het proces en over de mogelijke behandeling. Maar het is net erg moeilijk om de aandacht erbij te houden, omdat je gedachten telkens weer afdwalen naar de Kerkstraat. Naar wat je voelt bij de kennis en de adviezen die je hoort. Wat gezegd wordt in de Dorpstraat, blijft dus niet altijd goed plakken.
Om het nieuws uit de Dorpstraat te kunnen vatten, is een afdwaling naar de Kerkstraat af en toe noodzakelijk. Er is ruimte nodig voor de toets van de info:
- Hoe komt deze info bij jou binnen?
- Wat betekent dit voor jou?
Zonder die toets mogen we er vrij zeker van zijn dat de info en raad die wordt gegeven uit de Dorpstraat nooit volledig overkomt.
Rouwarbeid voor de naasten
Prof. Keirse overloopt de vier stappen van rouwarbeid en koppelt daaraan wat we als omgeving of begeleiders kunnen betekenen in dat proces.
- Taak 1: De werkelijkheid van het verlies onder ogen zien is niet evident. Het kan erg lang duren om daartoe te komen, zeker bij een levend verlies.
- Taak 2: Als volgende stap in het rouwproces is het kwestie de pijn van het verlies te ervaren en toe te laten. Die pijn kan zich heel verschillend uiten. De pijn is niet medisch vast te stellen, ze kan zich uiten in boosheid en agressie, maar ook in gebrekkige concentratie en schuldgevoelens. Schuldgevoelens kan je alleen hebben als er liefde en verantwoordelijkheid is. Het is erg normaal om die gevoelens te hebben. Weten dat ze normaal zijn en ze vervolgens niet opkroppen is een belangrijke stap.
- Taak 3: Als de pijn is toegelaten, staat een volgende opdracht klaar: je opnieuw aanpassen aan de wereld met de vingerafdruk van het verdriet. Mensen moeten leren te leven met wat er veranderd is. En dat betekent voor iedereen iets anders. Bijvoorbeeld een kind met een verslavingsproblematiek belt niet meer dagelijks naar huis of gaat niet meer naar de bakker op zondag.
- Taak 4: Ten slotte staat de rouwende voor de taak om opnieuw een evenwicht te vinden in het leven. Hij/zij zal terug gaan genieten van het leven met het verlies, zonder daarbij schuldgevoelens te ervaren. Dat betekent niet om het verdriet te vergeten of te verwerken. Maar bestaat uit opnieuw zorgen voor jezelf en leuke dingen doen, te durven en kunnen genieten van wat men graag doet.
Wat helpt om taak 1 te volbrengen, is het stimuleren van mensen om zelf steeds opnieuw hun verhaal te vertellen. We kunnen vragen hoe slecht nieuws bij hen binnenkomt? Hoe lukt het om je nog te concentreren? Hoe hou je je staande?
We kunnen mensen helpen door hen te laten praten over hun gevoelens, zodat ze de ruimte krijgen om er aandacht aan te geven en ze te benoemen.
Je kunt rouwenden hier best helpen door steeds opnieuw te luisteren naar wat deze aanpassing voor hen betekent.
Steun en warmte
Om mensen te steunen in hun verdriet is het belangrijk aandacht te hebben voor wat er gebeurt in de Kerkstraat. In hulpverlening en steun aan naasten van mensen met een verslaving, is die menselijke toets naar: hoe komt dat nieuws bij je binnen? En wat betekent dat voor jou? steeds nodig.
Mensen die de ruimte krijgen om op verhaal te komen, kunnen het nieuws uit de Dorpstraat beter vatten en vooral: kunnen sterker staan in het proces van rouwarbeid.
Manu Keirse vat de voornaamste opdracht voor de omgeving en begeleiding van naasten samen als: vooral luisteren naar mensen en hen door warmte omringen is het voornaamste.