Zit herstel in het DNA van de TG?
Herstelgerichte zorg is trending. Het model van de TG (Therapeutische Gemeenschap) is van oorsprong herstelgericht en tijdens deze studiedag, op 9 mei, werd dit nog eens tegen het licht gehouden. Deze tweejaarlijkse studiedag van de BFTC (Belgische Federatie voor Therapeutische Gemeenschappen) richtte zich tot alle hulpverleners werkzaam in de Belgische therapeutisch gemeenschappen.
Zelfregulatie en executief functioneren
Jaap Van der Stel, lector en onderzoeker binnen de geestelijke gezondheidszorg en verslavingszorg in Nederland, is de juiste persoon als het gaat over herstelgericht werken. Na het geven van een algemeen kader en de principes van herstel, ging hij dieper in op een aantal aspecten. Zo spreekt hij liever van ‘groei’ in plaats van ‘persoonlijk herstel’ omdat dit meer hoop en toekomst vervat. Hij benadrukte ook het belang van het positief ervaren van identiteit, van iemand te zijn die betekenis kan geven. Een cliënt kan pas voldoende groeien als de drie psychologische basisbehoeften namelijk autonomie, competentie en verbondenheid voldoende gerealiseerd kunnen worden. En daarbij zijn (1) zelf de regie bepalen, (2) zelfzorg en (3) zelfredzaamheid de sleutelbegrippen. Jaap maakt hier de link met zelfregulatie. Mensen kunnen beter hun doelen bereiken en ook samenwerken wanneer ze bewust zelf invloed hebben op hunzelf en hun omgeving. Zelfregulatie veronderstelt executieve functies. Deze ontstaan als een persoon gedrag op zichzelf richt. Zelfregulatie en executief functioneren bepalen het functioneel herstel. Een methodiek om dit functioneel herstel in kaart te brengen is de ZEEF (ZElfregulatie en Executieve Functies). Het gaat erom om stapsgewijze zicht te krijgen op het executief functioneren en zo een soort actieplan op te stellen. Meer info vind je hier.
Duaal procesmodel bij problematisch alcoholgebruik
De andere plenaire lezing ‘ Herstel van cognitieve functies en attention bias’ werd gebracht door Pierre Maurage. Vanuit zijn ervaring als wetenschappelijk onderzoeker had hij het over het duale procesmodel bij problematisch alcoholgebruik. Kort samengevat zegt dit model dat gedrag (en ook verslaving) tot stand komt door enerzijds rationale, bewuste beslissingen en anderzijds door automatische, onbewuste processen. Vanuit deze theorie stond hij ook stil in hoeverre cliënten verantwoordelijk zijn voor hun verslavingsgedrag en daar bijhorend herval. Bij problematisch alcoholgebruik is de balans tussen automatische en controlerende processen verstoord. De controlerende processen verzwakken door chronisch gebruik en men valt meer terug op de automatische processen. Pierre doet onderzoek en probeert deze automatische processen zoals aandachtsbias, geheugenassociaties en automatische actietendensen in kaart te brengen. Deze hebben een voorspelbare waarde naar bijvoorbeeld mogelijk herval. Net zoals binnen een aantal Vlaamse ontwennningscentra, probeert men cliënten te her-trainen zodat ze zich minder gaan focussen op alcohol. De resultaten van het her-trainen zijn belovend maar voorzichtigheid is geboden.
Ervaringsdeskundigheid
In de namiddag konden de deelnemers kiezen uit vijf werkgroepen. In de werkgroep “Ervaren als noodzakelijk perspectief” werd de Opleiding (Hoger beroeps onderwijs) Ervaringswerker GGZ en Verslavingszorg voorgesteld door Grace Verween die de opleiding coördineert. Kristof Obbels, zelf ervaringsdeskundige, genoot deze opleiding en illustreerde de meerwaarde van zo’n opleiding en de kracht van het inzetten van ervaringsdeskundigen in GGZ en Verslavingszorg.
Aan de hand van stellingen werd er dieper ingegaan op de voordelen. Ook de valkuilen en aandachtspunten van het werken met ervaringswerkers in de verslavingszorg werden besproken. Ervaringswerkers kunnen actief bijdragen doordat ze bijvoorbeeld makkelijker schaamtevolle zaken kunnen bespreken, of ze hebben een grotere kennis van de wereld van de gebruiker.
Vanaf het ontstaan van de TG, werken er ervaringsdeskundigen. Meestal zijn deze ervaringsdeskundigen ook professionele hulpverleners die geschoold zijn en betaald worden. Het voordeel is dat ze op verschillende terreinen aan de slag kunnen en niet noodzakelijk moeten terugvallen op hun ervaringsdeskundigheid. Soms is het niet echt duidelijk welke rol dat ze (moeten) innemen. Belangrijk is dat er voldoende overleg is tussen de hulpverleners en ervaringsdeskundigen: elkaars kwaliteiten aanmoedigen en mogelijke valkuilen en twijfels op een transparante manier bespreken.