Skip to main content
  • Home
  • Artikels
  • Herstelgerichte verslavingszorg en inzet van ervaringskennis

Herstelgerichte verslavingszorg en inzet van ervaringskennis

In Vlaanderen wordt er gewerkt naar een meer ‘herstelgerichte’ verslavingszorg en geestelijke gezondheidszorg. Maar wat is er nu zo nieuw aan dat ‘herstel’ en wat betekent dit voor de hulpverlening? Het zal in ieder geval belangrijk worden om de ervaringen van druggebruikers en cliënten als derde en evenwaardige kennisbron, naast wetenschappelijke en professionele kennis, te hanteren.

Een veranderende maatschappij en vooruitgang in de wetenschap beïnvloedt de manier waarop we ‘verslaving’ zien en personen met een verslaving benaderen. Zo lag de kern van het verslavingsprobleem oorspronkelijk bij de verslaafde zelf als soort van morele zwakte, maar verschoof dit ongeveer rond de helft van de 20ste eeuw naar de verslavende eigenschappen van het middel, met bijvoorbeeld een ‘drooglegging’ tot gevolg. In de jaren ‘90 werd uiteindelijk erkend dat het probleem niet enkel toe te schrijven is aan één zaak, maar een complex samenspel is van biologische, sociale en psychologische factoren. Het biopsychosociaal model kon beter dan zijn voorgangers handvatten bieden om met verslaafde personen aan de slag te gaan. Nog recenter is er door nieuwe inzichten in de neurologische wetenschap ook een stijgende aandacht voor de verschillende hersenprocessen die een verslaving in de hand kunnen werken en hardnekkig in stand houden. Vanuit deze invalshoek kan men verslaving erkennen als een hersenaandoening met chronisch verloop. Dit kan deels verklaren waarom herval zo vaak voorkomt bij de groep chronisch verslaafde personen. Als we met deze kennis willen verder werken zal het belangrijk zijn om de hulp aan deze groep ook op een long term-manier te organiseren en te zorgen voor de nodige zorgcontinuïteit. En hoewel we hoopvol en optimistisch moeten blijven en geloven in herstel (want herstel is niet alleen mogelijk maar ook waarschijnlijk), is een zeker realisme bij het opstellen van de behandelingsdoelen toch op zijn plaats.

In het bredere kader van de ‘vermaatschappelijking van de zorg’, waarbij de zorg zoveel mogelijk geïntegreerd in de samenleving gebeurt en meer door de cliënt en zijn/haar omgeving zelf georganiseerd wordt, wil ook de nieuwe ‘herstelgerichte’ verslavingszorg en GGZ tegemoet komen aan deze realiteit. Minister Vandeurzen werkt een beleid uit dat moet tegemoet komen ‘aan de noden van de cliënt en van zijn/haar omgeving, zich toelegt op goede praktijken, inspeelt op bestaande en nieuwe wetenschappelijke inzichten en innovatie en rekening houdt met ervaringen van cliënten, experten en terreinwerkers’. Om te zorgen voor de nodige zorgcontinuïteit en een zo goed mogelijke ondersteuning pleit Vandeurzen o.a. voor een aansluiting van de categoriale verslavingszorg bij de ruimere geestelijke gezondheidszorg (art. 107). Dit alles om de hulpverlening meer ‘herstelgericht’ te maken. Maar waar spreken we nu eigenlijk over? Wat is ‘herstel’ en hoe kan je de hulpverlening daar op richten?

Herstel

De term ‘herstel’ is in de verslavingszorg geen nieuw gegeven. De invulling werd de laatste jaren echter verbreed en er worden nieuwe klemtonen gelegd. De nieuwe herstelvisie wil veel meer dan vroeger het perspectief van de cliënt integreren en inzetten op de empowerment van de cliënt. We zien dat er daardoor naast het klinische herstel, ontwennen en in stand houden van een gezond gedragspatroon, ook nog drie andere soorten herstel bestaan. Ten eerste is er het functioneel herstel, waar men terug dagdagelijkse activiteiten kan uitvoeren en terug beter functioneert op bio-psycho-sociaal vlak. Ten tweede herstellen cliënten ook op maatschappelijk vlak. Men gaat terug actief participeren in de samenleving en zo de maatschappelijke positie versterken. Dit heeft onder meer betrekking op het gezinsleven, tewerkstelling, vrijwilligerswerk… Ten slotte zien we ook dat een herstelproces zich manifesteert op persoonlijk vlak. Cliënten krijgen terug een positief toekomstperspectief en er wordt gewerkt aan een nieuwe identiteit die niet gebaseerd is op druggebruik. Dit hele proces heeft een enorme invloed op de zelfwaardering. Deze laatste vorm van herstel wordt in de herstelvisie centraal gezet omdat ze een motor kan zijn voor alle andere herstelprocessen. In Vlaanderen definieerde Vandeurzen herstel als “een individueel proces van positieve verandering op vlak van gezondheid, dagelijks functioneren, maatschappelijke participatie en persoonlijke ontwikkeling”. Merk op dat deze definitie heel duidelijk de vier vormen van herstel benoemt.

Herstel is dus iets anders dan ‘genezing’. Herstellen is streven naar een voldoening gevend leven, waarin men een betekenisvolle plaats kan innemen in de nabije omgeving en in de bredere maatschappij. In de hulpverlening gaan we niet meer louter abstinentie en gezondheid als behandeldoelen opnemen en het succes van een behandeling afmeten of het al dan niet druggebruik van de cliënt. Het wordt de bedoeling om deze vorm van herstel te gaan overstijgen en meer oog te hebben voor iemands persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke participatie. Abstinentie kan en zal wellicht nog één van de gestelde doelen zijn, maar dat niet alleen en niet per se prioritair. Een herval kan in die visie dan ook niet meer gezien worden als een ‘falen’ van de cliënt, noch van de hulpverlening. Het wordt eerder een onderdeel van het herstelproces en een belangrijk leermoment om in de toekomst een herval beter te voelen aankomen en er mee om te gaan.

Richten op herstel

In de herstelgerichte drugzorg zit de cliënt aan het stuur, met de hulpverlener als co-chauffeur. Hij is met andere woorden eigenaar van zijn herstelproces en expert in zijn eigen begeleiding. Als hulpverlener ondersteunt men de cliënt in het zoeken naar zijn interne en externe krachtbronnen, of herstelkapitaal. Door dit proces van zelfversterking en emancipatie kunnen cliënten hun eigen krachten vinden en leren inzetten. Dit zal uiteindelijk betekenen dat ze zelf de controle verwerven over hun leven en over hun middelengebruik. Zelfbepaling en keuzevrijheid dienen –zo veel mogelijk- gewaarborgd te worden. Om dit te kunnen faciliteren is er meer nood aan flexibele zorgtrajecten, meer zorg op maat en meer zorgcontinuïteit (bijvoorbeeld voor mensen die naast hun verslaving ook nog kampen met een psychische stoornis en vaak tussen schip en wal komen te zitten).

Ervaringsdeskundigheid

Om meer te werken vanuit het perspectief van de cliënt zal naast professionele en wetenschappelijke kennis ook ervaringskennis als derde belangrijke kennisbron ingezet moeten worden in de hulpverlening. De inzet van ervaringskennis en het structureel inbedden van ervaringsdeskundigen, van micro- tot macroniveau, is een belangrijke zuil van de herstelgerichte verslavingszorg. Het gaat dan ook over het aanwerven van ervaringsdeskundigen in het statuut van werknemer. Ondanks het stijgende aantal praktijken die met ervaringsdeskundigheid aan de slag gaan is het echter niet altijd duidelijk hoe professionele en ervaringskennis zich ten opzichte van elkaar verhouden en elkaar beïnvloeden. Het zal dus belangrijk worden om in de praktijk te gaan kijken hoe er effectief wordt samengewerkt en hoe men deze samenwerking nog beter kan faciliteren en ondersteunen.