Skip to main content
  • Home
  • Artikels
  • Conclusies YOUTH-PUMED: onderzoek naar niet-medisch gebruik van psychoactieve medicatie bij jongvolwassenen

Conclusies YOUTH-PUMED: onderzoek naar niet-medisch gebruik van psychoactieve medicatie bij jongvolwassenen

Het onderzoeksteam YOUTH-PUMED (Youth perceptions on recreational or non-medical use of psychoactive medications ) bestaat uit onderzoekers van de Universiteit Gent, Hogeschool VIVES en Université Saint-Louis-Bruxelles. In 2020 ging het team van start met een onderzoek naar het niet-medisch gebruik van psychoactieve medicatie bij jongvolwassenen.

Ondanks de stijgende trend in het gebruik van slaap- en kalmeermiddelen, pijnstillers en stimulerende geneesmiddelen bij jongeren wereldwijd, is dit in België het eerste onderzoek naar de aard en patronen van het niet-medisch gebruik van psychoactieve medicatie door jongvolwassenen. Het onderzoek peilt naar hun percepties van de risico’s, het aanbod van deze middelen en de mogelijke informatiebronnen over deze middelen. Vanuit een gezondheidsperspectief is er een duidelijke nood aan een diepgaand inzicht in het niet-medisch of oneigenlijk gebruik van psychoactieve medicatie. Denk bijvoorbeeld maar aan gebruik zonder voorschrift en/of op een andere manier dan voorgeschreven.

De onderzoekers verdiepten zich in het perspectief van de jongvolwassenen zelf om van daaruit aanknopingspunten te vinden voor de preventie van oneigenlijk gebruik en de bijbehorende gezondheidsrisico’s. Op basis van de resultaten van dit onderzoek werden knelpunten en noden in kaart gebracht die het Belgisch drugbeleid gericht kunnen onderbouwen.

Oplossingen voor obstakels in het dagelijks leven

De jongvolwassenen in het onderzoek gebruikten de psychoactieve geneesmiddelen voornamelijk functioneel. Zo werden pijnstillers en slaap-en kalmeermiddelen het vaakst ingenomen als zelfmedicatie, bijvoorbeeld ter verlichting van pijn of om te kunnen slapen. De steekproef in dit onderzoek bestond voornamelijk uit studenten hoger onderwijs. Stimulerende geneesmiddelen werden bijgevolg het vaakst gebruikt voor studieredenen (bv.: om de concentratie of productiviteit te verhogen).

“Ik moest een nachtje doordoen om te studeren. Ik ken geen andere manier om langer dan een hele nacht wakker te blijven en dan nog een dag.”

Anonieme student

Van de jongvolwassenen had 42,3% ervaring met recreatief gebruik van geneesmiddelen, en dan voornamelijk met het experimenteren met stimulerende geneesmiddelen. Deze groep rapporteerde vaker illegale drugs te hebben gebruikt in vergelijking met jongvolwassenen die geen ervaring hadden met het recreatief gebruik van geneesmiddelen.

Gebruikspatronen

Onze bevindingen tonen aan dat de meeste jongvolwassenen die geneesmiddelen niet-medisch gebruiken, dit sporadisch deden, en dat hun algemene ervaring vrij beperkt was en tijdelijk van aard. Het kwam bijvoorbeeld vaker voor dat kalmeermiddelen werden gebruikt omwille van “uitzonderlijke situaties” of voor “noodgevallen” (bv. een kalmeermiddel van een vriend of familielid gebruiken om slaap op te wekken tijdens de examenperiodes of in het vliegtuig).

In sommige omstandigheden werden geneesmiddelen gecombineerd met andere psychoactieve middelen zoals alcohol of cannabis, om de psychoactieve effecten te versterken of net tegen te gaan.

“Vroeger ging ik naar het festival Dour. Dan gebruik je middelen die je wakker houden. Ik weet dat het best gevaarlijk is, maar toen durfde ik een halve slaappil te nemen om daarna om 6 uur ’s ochtends, in slaap te vallen.”

Anonieme student

Het medicijnkastje thuis

Het medicijnkastje thuis is een belangrijke bron: jongvolwassenen verkregen geneesmiddelen het vaakst gratis van familie of vrienden, of gebruikten geneesmiddelen die een arts hen eerder had voorgeschreven voor een medisch probleem. De resultaten suggereren dat de gebruiksfrequentie van de jongvolwassenen vaker gerelateerd is aan toegankelijkheid en beschikbaarheid, en daarom kan worden omschreven als opportunistisch gebruik. Zo was bijvoorbeeld de duur van het gebruik van stimulerende geneesmiddelen zoals rilatine voor studiedoeleinden afhankelijk van het aantal pillen dat hun vrienden hen konden geven. Slechts een kleine minderheid kocht geneesmiddelen van vrienden of familie of op de zwarte markt, zoals bij een dealer of op het internet. De meerderheid van de jongvolwassenen dacht dat het vrij of zeer gemakkelijk was om aan de geneesmiddelen te geraken zonder voorschrift.

“Op basis van het voorschrift krijg je een volledige verpakking Diazepam, maar je hoeft maar de helft van het doosje in te nemen. Er zitten nog veel meer pillen in de verpakking. Het is gemakkelijk om die te bewaren… en dan heb je pillen in je bezit en gebruik je je voorraad.”

Anonieme student

Veiliger dan illegale drugs?

Geneesmiddelen worden vaak als inherent veiliger en minder verslavend beschouwd dan illegale drugs. Onze resultaten bevestigden deze perceptie van de grotere veiligheid van voorgeschreven medicatie. Desondanks waren de jongvolwassenen in dit onderzoek zich ook bewust van de gezondheidsrisico’s die gepaard gaan met het gebruik van medicatie en sommigen refereerden naar ‘een vals gevoel van veiligheid’. De jongvolwassenen beschouwden de geneesmiddelen niet als ongevaarlijk, zeker wanneer deze onverantwoordelijk worden gebruikt.

“Ik vind rilatine eigenlijk heel intens. Ik vind het heel heftig dat het aan kinderen wordt voorgeschreven, want ik zie het echt als harddrugs.”

Anonieme student

Verschillende deelnemers beschreven bijgevolg hun eigen gebruik als verantwoord en gaven aan hierover weloverwogen en geïnformeerde keuzes te maken. Zo hebben ze goed nagedacht over hun gebruikspatronen en de context waarin het gebruik plaatsvond, om mogelijke gezondheidsrisico’s te verkleinen.

“Ik vind het belangrijk om te beginnen met een lage dosis en te verhogen indien nodig. Zo heb je controle als er iets misgaat. Je weet maar nooit. Het is belangrijk om jezelf niet in gevaar te brengen.”

Anonieme student

De deelnemers informeren zich voornamelijk online door te googelen en gaan op zoek naar zowel objectieve medische kennis als naar meer persoonlijke subjectieve ervaringen. Ze vinden toegankelijke, betrouwbare en onbevooroordeelde informatiebronnen belangrijk – met informatie over de (neven)effecten van geneesmiddelen, de dosering en de gezondheidsrisico’s, waaronder verslaving.

Niet-medisch gebruik en de bijbehorende risico’s beperken

Maatregelen om niet-medisch gebruik en geassocieerde gezondheidsrisico’s te voorkomen zijn nodig op verschillende niveaus. Daarbij is er een rol weggelegd voor diverse actoren.

Ten eerste zagen we dat verschillende jongvolwassenen het niet-medisch gebruik van geneesmiddelen relatief veilig achtten of als veiliger beschouwden dan het gebruik van illegale drugs. Daarom is het belangrijk om het grote publiek correct te informeren over de bijwerkingen en gezondheidsrisico’s van het medisch gebruik van geneesmiddelen.

Universiteiten en hogescholen spelen een belangrijke rol:

  • bij het informeren van hun studenten over de risico’s van niet-medisch gebruik van geneesmiddelen.
  • bij het voorlichten van gezondheidswerkers op de campussen over risicogedrag en het ontkrachten van mythes over het niet-medicamenteus gebruik van stimulerende middelen.

Het is belangrijk om ouders meer bewust te maken van het niet-medisch gebruik van geneesmiddelen en de risico’s ervan, en van niet-medicamenteuze alternatieven. Sommige jongvolwassenen in dit onderzoek slikten medicatie die niet voor hen was voorgeschreven uit het medicijnkastje thuis, zonder medeweten van hun ouders. Nuttige strategieën in dit verband zijn onder meer het verbeteren van veilige opslag en verwijderen van ongebruikte geneesmiddelen.

Psychoactieve medicatie werd daarnaast rechtstreeks van een arts verkregen, maar afwijkend van het voorschrift gebruikt. Daarom is het belangrijk dat de richtlijnen voor het voorschrijven en afleveren van psychoactieve geneesmiddelen streng zijn, zonder daarbij de toegang van patiënten tot essentiële behandelingen te ondermijnen. Onze respondenten refereerden ook naar het voorschrijfgedrag van artsen als mogelijke piste om oneigenlijk gebruik tegen te gaan. Anderen waren ervan overtuigd dat dit niet enkel de verantwoordelijkheid van artsen was, maar dat het hoge aandeel van medisch en niet-medisch gebruik van geneesmiddelen – inclusief de grijze zone hiertussen – een structureel en institutioneel probleem was. Daarom moest volgens hen het hele systeem opnieuw worden geëvalueerd.

Deze jongvolwassenen bekritiseerden de ‘medicalisering’ en ‘farmaceuticalisering’ van de samenleving.

“Ik denk dat je minder snel het werkelijke probleem aanpakt, omdat je zo makkelijk aan medicatie kunt komen. Het is alsof je een pleister plakt als je een slaappil neemt. Dan denk je dat je de volgende dag beter bent. Uiteindelijk blijf je het proberen of verhoog je de dosis, maar je lost nooit het initiële probleem op.”

Anonieme student

Meer info

Dit onderzoeksproject werd gefinancierd door het Federaal Wetenschapsbeleid (BELPSO) in 2020-2021. Het werd gecoördineerd door Prof. Dr. Tom Decorte en Prof. Dr. Mafalda Pardal (UGent), en gesuperviseerd door Dr. Julie Tieberghien (VIVES Hogeschool), Prof. Dr. Christine Guillain en Prof. Dr. Yves Cartuyvels (USL-B). Dr. Frédérique Bawin (UGent), Kevin Emplit (USL-B) en Dr. Ellen Vandenbogaerde (VIVES Hogeschool) waren de hoofdonderzoekers in het project. Het volledig rapport en de samenvatting kan u hier raadplegen.