Skip to main content
  • Home
  • Artikels
  • Niet-medisch gebruik van psychoactieve medicatie bij jongvolwassenen

Niet-medisch gebruik van psychoactieve medicatie bij jongvolwassenen

Wereldwijd stijgt het gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen, antidepressiva, opioïden en stimulerende middelen bij jongeren. Voor het eerst wordt het niet-medisch gebruik van deze middelen door jongvolwassenen in België onderzocht in het YOUTH-PUMED project. Het onderzoeksteam ging begin dit jaar van start en bestaat uit onderzoekers van Universiteit Gent, Hogeschool VIVES en Université Saint-Louis-Bruxelles. De onderzoekers gaan in op de aard en patronen van het niet-medisch gebruik van psychoactieve medicatie door jongvolwassenen, hun percepties van de risico’s, het aanbod van deze middelen en de mogelijke informatiebronnen over deze middelen. Vanuit een gezondheidsperspectief is er een duidelijke nood aan een diepgaand inzicht in het niet-medisch of oneigenlijk gebruik, zoals gebruik zonder voorschrift om de studieprestaties te verbeteren of gebruik op een andere manier dan voorgeschreven.

De onderzoekers gaan op zoek naar de ervaringen van zoveel mogelijk jongvolwassenen (18-29 jaar) die psychoactieve medicatie niet-medisch gebruiken. Ze roepen dan ook iedereen die in aanmerking komt op om de vragenlijst te delen of in te vullen.

Niet-medisch gebruik van psychoactieve medicatie: what’s in a name?

‘Meer dan de helft van de jongeren neemt geneesmiddelen om te studeren’, ‘Belgische tieners slikken te gemakkelijk medicatie’, ‘Jongeren slikken steeds meer ADHD-pillen’, … Dit is slechts een greep uit de Belgische mediaberichtgeving van de afgelopen jaren.

Wat is de motivatie voor het oneigenlijk gebruik? Welke medicatie gebruiken Belgische jongvolwassenen om werk- en studieprestaties te verbeteren of als zelfmedicatie? Hoe schatten zij de risico’s van hun gebruik in?

Psychoactieve medicatie wordt doorgaans ingenomen om gezondheidsredenen, bijvoorbeeld in de behandeling van ziekte of pijn. Er zijn echter situaties waarin deze middelen oneigenlijk of niet-medisch worden gebruikt. Het kan dan gaan om psychoactieve medicatie die door anderen wordt gebruikt dan aan wie het oorspronkelijk werd voorschreven, bijvoorbeeld als zelfmedicatie. Andere redenen voor oneigenlijk gebruik van psychoactieve medicatie zijn bijvoorbeeld prestaties verbeteren, high worden of de effecten van andere geneesmiddelen of drugs tegengaan of versterken.

Beter inzicht helpt preventie en hulpverlening vooruit

In België is nog veel onbekend over het oneigenlijk gebruik van psychoactieve medicatie onder jongvolwassenen. Zo focust een aanzienlijk deel van de bestaande studies zich enkel op het toenemende medisch gebruik van psychoactieve medicatie en het bijhorende voorschrijfgedrag van artsen (o.a. Godderis et al., 2017; Drieskens et al., 2019). Andere studies hebben zich vooral gericht op het in kaart brengen van de omvang van het gebruik van psychoactieve medicatie bij specifieke doelgroepen zoals jongeren in het secundair onderwijs of uitgaande jeugd (o.a. Eurotox, 2017; Rosiers, 2019; Global Drug Survey, 2019). Een grootschalig onderzoek bij Nederlandstalige studenten van alle hoger onderwijsinstellingen in Vlaanderen en Brussel rapporteert wel al enkele relevante bevindingen inzake de omvang van het oneigenlijk gebruik van stimulerende medicatie bij studenten (Van Damme et al., 2018).

Met het huidige onderzoek proberen de onderzoekers m eer inzicht te krijgen om dit fenomeen beter te kunnen begrijpen. Vanuit het perspectief van de jongvolwassenen kunnen vervolgens zinvolle maatregelen uitgewerkt worden op het gebied van preventie en hulpverlening.

Online vragenlijst

Voor deze studie zoeken de onderzoekers Belgische jongvolwassenen tussen de 18 en 29 jaar oud die ervaring hebben met het niet-medisch gebruik van psychoactieve medicatie.

Ze roepen hen op om een korte online vragenlijst in te vullen waarin hun medicatiegebruik en hun opinie hieromtrent worden bevraagd. Deelname aan het onderzoek is anoniem en de resultaten worden enkel voor onderzoeksdoeleinden gebruikt.

In een volgende fase van het onderzoek worden er diepte-interviews afgenomen over enkele onderwerpen van de online vragenlijst. Hiermee proberen de onderzoekers meer diepgaande informatie te verzamelen. Tenslotte zullen ze een analyse uitvoeren van de inhoud van online discussiefora over het niet-medisch gebruik en het aanbod van psychoactieve medicatie.

Het onderzoek loopt nog tot eind mei 2021, het eindrapport wordt verwacht tegen eind augustus 2021.