Een objectiever cannabisdebat op komst?
De oprichting van een bureau voor medicinale cannabis, dat deel zal uitmaken van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten, biedt een unieke gelegenheid om het debat over medicinale toepassingen van cannabis en het gebruik als roesmiddel uit elkaar te halen. Want al te lang lijdt de discussie over cannabis onder het gebrek aan onderscheid. De illegaliteit van cannabis als drug verhinderde in de voorbije decennia een objectief debat over legitieme medicinale toepassingen van cannabinoïden. Omgekeerd werd het potentieel van cannabis op medicinaal vlak als mank lopend argument gebruikt om cannabis als drug goed te praten. Het nieuwe overheidsinitiatief laat nu toe om als samenleving op een objectievere manier naar beide te kijken. Net zoals we dat al langer doen voor pakweg opiaten of amfetamines.
“Naar opiaten kijken we wél objectief.”
Want cannabis is uiteraard niet de eerste of enige ‘drug’ die een toepassing als geneesmiddel kent. Zowel opium (morfine) als amfetamines kennen zeer verschillende legitieme toepassingen in de geneeskunde. Diverse stoffen die we vandaag als drug kennen zijn zelfs vanuit experimenten in de farmaceutische wereld ontstaan en nadien in het recreatieve en illegale circuit terecht gekomen (denk maar aan MDMA, de werkzame stof in xtc, of ketamine).
Daarom is VAD tevreden met de oprichting van het nieuwe agentschap. Zo krijgt het onderzoek naar medicinaal gebruik van cannabis meer kansen en worden de mogelijkheden verruimd om nieuwe medische toepassingen te ontwikkelen, die voldoen aan de standaarden op vlak van veiligheid en therapeutische efficiëntie die gehanteerd worden voor alle farmaceutische producten.
Omdat VAD het welzijn en de gezondheid van de bevolking vooropstelt, is ons standpunt duidelijk: laat ons elk onderzoek naar therapeutische toepassingen van deze stoffen op een onbevooroordeelde manier benaderen en alle kansen geven, zolang het de gezondheid en het welzijn ten goede komt. Vanuit diezelfde bezorgdheid om gezondheid en welzijn hopen we dat het debat over recreatief gebruik en misbruik van cannabis nu op een even onbevooroordeelde en objectieve manier kan gebeuren. Net zoals dat al langer lukt voor de reeds vermelde opiaten of amfetamines.
Een vertroebeld debat
Het debat over medicinale toepassingen loskoppelen van dat over recreatief gebruik van cannabis, komt zowel patiënten als recreatieve gebruikers ten goede. Patiënten worden verlost van negatieve reacties omdat medicinaal gebruik van cannabis met druggebruik verward wordt. Recreatieve gebruikers kunnen dan weer objectiever geïnformeerd worden over mogelijke risico’s. Het gaat hier namelijk om twee totaal verschillende gebruikersgroepen en toepassingen. Het medisch potentieel van een stof of product is geen vrijgeleide om gebruik in een recreatieve, niet-gecontroleerde context als veilig te bestempelen.
Als VAD zetten we ook in op de preventie van het misbruik van psychoactieve medicatie. Misbruik van bijvoorbeeld slaap- en kalmeringsmiddelen of pijnstillers komt veel voor in ons land en de misbruiken van dit soort geneesmiddelen zijn bekend. Het zou te betreuren zijn, mocht op vlak van medicinale cannabis een gelijkaardige situatie ontstaan. Medicinale toepassingen van psychoactieve stoffen, voorgeschreven in functie van specifieke ziektebeelden, betekenen niet dat gebruik van deze stoffen geen risico’s inhoudt. Laat ons die lijn ook voor medicinaal gebruik van cannabis aanhouden.
“Een stijgend aantal mensen biedt zich aan in de drughulpverlening voor problemen met cannabis.”
Want we mogen de risico’s verbonden aan gebruik van cannabis als drug niet minimaliseren of banaliseren: cannabis roken schaadt de longen en de luchtwegen en bij veelvuldig gebruik en gebruik op jonge leeftijd kunnen ongewenste psychische effecten voorkomen, zoals concentratie- en geheugenstoornissen, acute psychoses en psychotische stoornissen. Gebruik van cannabis heeft ook gevolgen op het functioneren, bijvoorbeeld bij het rijden, werken en studeren. Elk psychoactief middel dat men regelmatig en in hoge concentraties gebruikt, kan tot afhankelijkheid en verslaving leiden en dat geldt ook voor cannabis. Het stijgend aantal mensen dat zich aanbiedt in de drughulpverlening als gevolg van problemen met cannabisgebruik is daarvan het levende bewijs.
De verwarring omtrent cannabis wordt alleen maar groter door de CBD-hype. Deze hype is in Europa al een tijdje gaande en dook recent ook in België op in de marge van de roep om medicinaal gebruik van cannabis. De cannabisplant wordt, na extractie van THC, verkocht in zogenaamde ‘wiet’-winkels. Voor de klant is het erg onduidelijk of het gaat om een drug (met roesopwekkende stof THC) of een medicijn (met kalmerende stof CBD) of een voedingsmiddel dat in thee wordt genuttigd? Wie oefent er controle op uit, wat is het effect op de rijvaardigheid, enz? Die onduidelijkheid en het ontbreken van enige garantie over de samenstelling van de producten, maken dat het fenomeen niet zo onschuldig is als het lijkt.
Het amalgaam dat wordt gemaakt van een recreatieve drug en een gezondheidsbevorderend product dat zogenaamd helemaal geen kwaad zou kunnen, is gevaarlijk voor de volksgezondheid. Aan het uitzicht van het product kan men het verschil niet zien. Wat aan de buitenkant ook niet af te leiden valt is welke organisaties achter deze plotse hype zitten, wie produceert, wie investeert? Zeker voor jonge mensen kan deze ‘ongevaarlijke’ variant van een drug het experimenteren vergemakkelijken. En net dat moet de belangrijkste bekommernis zijn van de overheid: jonge mensen ervoor te behoeden al te vroeg roesmiddelen te gebruiken, of het nu gaat om tabak, alcohol of cannabis.