Lachgas. Handvatten voor een lokaal actieplan
Het gebruik van lachgas is een bekend fenomeen dat al jaren aandacht krijgt in de media. Dit stelt ook steden en gemeenten voor heel wat uitdagingen, zoals overlast en zwerfvuil. Een goed ontwikkeld lokaal actieplan kan deze problemen aanpakken en de gezondheidsrisico’s beperken.

Door een geïntegreerde aanpak te hanteren, waarbij educatie, regelgeving, structurele maatregelen en zorg centraal staan, kunnen steden en gemeenten effectief inspelen op het lachgasfenomeen. Samenwerking met lokale en regionale preventiewerkers kan hen ondersteunen bij de ontwikkeling en uitvoering van deze plannen.
Lokale samenwerking
Gemeenten zijn bij uitstek geschikt om een lokale aanpak van het lachgasprobleem te coördineren. Door samenwerking met diverse lokale stakeholders, zoals preventiewerkers, jeugd- en welzijnswerkers, straathoekwerkers, onderwijsinstellingen, eerstelijnswerkers, de uitgaanssector, detailhandel en de lokale politie, kan een op maat gemaakte strategie ontwikkeld worden. Deze samenwerking helpt bij het in kaart brengen van het gebruik, het identificeren van gebruikers, het verzamelen van signalen van overlast en het ontwikkelen en implementeren van een effectieve aanpak.
Voorlichting en sensibilisering rond lachgas

Voorlichting en sensibilisering richten zich op gebruikers en hun omgeving, zoals ouders, scholen, uitgaansgelegenheden en welzijnswerkers. Intermediairs zoals wijkagenten en straathoekwerkers kunnen laagdrempelige gesprekken voeren en informatie uitwisselen. Het is belangrijk om brede campagnes te vermijden om normalisering van lachgasgebruik te voorkomen. Educatieve materialen en informatie zijn beschikbaar via De Druglijn en Safe ’n Sound.
Regelgeving en handhaving
Sinds 2021 is de verkoop van lachgaspatronen aan minderjarigen verboden en sinds 2024 is oneigenlijk gebruik verboden voor iedereen. Gemeenten kunnen deze wetgeving handhaven door lokale controles en toezicht op verkooppunten. Daarnaast kunnen burgers meldingen doen van zwerfvuil en lege patronen, en kan de politie extra toezicht houden op bekende hotspots.
Structurele maatregelen
Omgevingsinterventies kunnen helpen bij het creëren van een ondersteunende leefomgeving. Voorbeelden zijn het beter verlichten van hotspots en het stimuleren van winkeliers om de wetgeving na te leven. Gemeenten kunnen winkeliers bijvoorbeeld vragen om geen grote hoeveelheden lachgaspatronen te verkopen en om ze niet prominent in de winkel te plaatsen.
Vroeginterventie en hulpverlening
Intermediairs die in contact komen met lachgasgebruikers kunnen vroeginterventie bieden door laagdrempelige gesprekken te voeren en gebruikers indien nodig door te verwijzen naar de juiste hulpverlening. Dit helpt bij het bespreekbaar maken van problematisch gebruik en biedt ondersteuning aan jongeren die problemen ondervinden door lachgasgebruik.