SUMHIT-onderzoek: hoe mensen met drugs- en alcoholproblemen betere zorg verlenen in de geestelijke gezondheidszorg?
Uit onderzoek blijkt dat 20 tot meer dan 50% van de mensen met een psychische kwetsbaarheid alcohol of illegale drugs gebruikt. Andersom komen psychische problemen vaak voor bij mensen met drugs- en alcoholproblemen. De specifieke zorgbehoeften van deze mensen vereisen uitgebreide aandacht van zorgverleners. In België is de zorgverlening voor deze bevolkingsgroepen sterk uitgesplitst in afzonderlijke sectoren. De SUMHIT-studie onderzocht de behoeften van deze mensen en de ervaringen van gebruikers en professionals bij de toegang tot en het verlenen van zorg. Daarnaast onderzocht SUMHIT de organisatorische structuur van de geestelijke gezondheidszorg- en verslavingszorgsector om geïntegreerd te kunnen samenwerken binnen de netwerken geestelijke gezondheidszorg (GGZ).
De SUMHIT-studie (Substance Use and Mental Healthcare InTegration) is een samenwerking tussen onderzoekscollectief Equality (HOGENT), de Vakgroep Orthopedagogiek van de UGent, Université Catholique de Louvain en Sciensano.
Onderzoek in 5 GGZ-netwerken leidt tot praktische aanbevelingen
De onderzoekers namen 5 GGZ-netwerken op in het onderzoek: Antwerpen (SaRA), Aalst-Dendermonde-Sint-Niklaas (GGZ ADS) en Zuid-West-Vlaanderen (GGZ ZWVl) in Vlaanderen; Brumenta (het Brusselse netwerk, dat bestaat uit 4 subnetwerken: Brussel-Oost, Hermes+, Rézone en Norwest); en het Réseau Santé Namur in Wallonië.
562 GGZ-zorggebruikers uit deze vijf regio’s gaven via een enquête hun zorg- en ondersteuningsbehoeften aan en gaven aan of de diensten hieraan al dan niet voldeden.
Met 53 zorggebruikers, waaronder ook mensen die niet langer systematisch in contact staan met het professionele zorgsysteem, voerden de onderzoekers een kwalitatief interview. 194 generieke en gespecialiseerde diensten vulden een bevraging in over de organisatie van hun diensten. Daarnaast organiseerden de onderzoekers focusgroepen met ervaringsdeskundigen en ervaren professionals. Een literatuurstudie bracht ten slotte in kaart welke interventies het persoonlijk herstel van gebruikers met stoornissen in middelengebruik bevorderen.
Het SUMHIT-onderzoek sloot af met een reeks concrete praktijkaanbevelingen. Die kwamen voort uit de onderzoeksresultaten. De onderzoekers bespraken ze in focusgroepen met managers van diensten, netwerkcoördinatoren en mensen die betrokken zijn bij beleidsvorming.
Bevindingen van het SUMHIT-onderzoek
Uit het SUHMIT-onderzoek bleek dat mensen die middelen gebruiken vaak ook psychische aandoeningen hebben en vice versa.
Wanneer de zorggebruikers een onvervulde nood hebben aan geestelijke gezondheidszorg, is de kans vijf keer zo groot dat ze ook kampen met een onvervulde nood aan begeleiding rond problemen met middelengebruik. Omgekeerd is dit ook waar: iemand met een onvervulde nood aan begeleiding met middelenproblemen heeft vijf keer zoveel kans ook een onvervulde nood aan geestelijke gezondheidszorg te hebben.
Wanneer aan de behoefte aan geestelijke gezondheidszorg wordt voldaan, is de behoefte aan zorg voor middelengebruik drie tot vier keer lager. Ook andere zorgbehoeften kunnen hiermee in verband gebracht worden, zoals sociaaleconomische behoeften, behoeften met betrekking tot dagelijkse activiteiten en behoeften op het gebied van sociale relaties.
Onvervulde behoeften op vlak van sociale relaties blijken via de zelfrapportage voor de meerderheid van de zorgvragers sterk problematisch, ook voor degenen die het minst aantal behoeften aangaven. Dit toont helder aan dat deze populatie sterk getroffen wordt door sociaal isolement. Bovendien hebben mannen en vrouwen niet dezelfde behoeften. Genderspecifieke topics vereisen verdere aandacht binnen de zorg. Onverhulde zorgbehoeften lopen uit in een lagere sociale integratie en levenskwaliteit en meervoudig middelengebruik.
Barrières voor personen die beroep doen op de GGZ
Uit de resultaten van SUMHIT blijkt ook dat 31% van de gebruikers van algemene geestelijke gezondheidszorg middelen gebruikt. Illegale druggebruikers, voornamelijk opiatengebruikers, komen vaker terecht in gespecialiseerde verslavingszorg dan in de algemene geestelijke gezondheidszorg, ook al is de kans groter dat ze onvervulde geestelijke gezondheidsbehoeften hebben.
Zorggebruikers rapporteren via gevoerde interviews belangrijke barrières tot zorgtoegankelijkheid. Ze rapporteerden onder andere stigma, vooral naar middelengebruik toe, in de algemene diensten.
Een groot aantal diensten (41%) gaf aan dat middelengebruik expliciet leidde tot uitsluiting van zorg. Veel diensten hebben lange toelatingsprocedures. Door deze wachtlijsten krijgen veel gebruikers niet de juiste zorg.
Hiernaast hadden zorggebruikers – het gevoel dat er niet altijd “echt” naar hen geluisterd wordt. Algemene geestelijke gezondheidsdiensten, vooral ziekenhuis- en revalidatiediensten, blijken aanzienlijk strengere toegangscriteria te hanteren. Anderzijds gaf 30% van de diensten aan te beschikken over ten minste één ervaringsdeskundige, wat leidt tot minder stigma en een vlottere inclusie van mensen die middelen gebruiken. Uit de contacten tussen de diensten blijkt dat een nauwere, geformaliseerde samenwerking relatief eenvoudig te realiseren valt.
Praktijkaanbevelingen van het SUMHIT-onderzoek
Op basis van de onderzoeksresultaten formuleerden de onderzoekers concrete aanbevelingen op diverse niveaus:
- Herstel moet opgenomen worden in alle facetten van het zorgnetwerk, om zo individueel georiënteerde hersteltrajecten en inzetten op zelfkracht te stimuleren. De verdere integratie van herstelprincipes in de initiële opleiding van zorgprofessionals kan hiertoe bijdragen.
- De inzet van ervaringsdeskundigen binnen zorgteams is eveneens essentieel voor het bevorderen van het inbedden en verankeren van de principes van persoonlijk herstel, zowel in algemene als gespecialiseerde zorgsettings.
- Het opzetten van specifiek uitgebouwde geïntegreerde zorgcircuits voor personen met middelengerelateerde ondersteuningsbehoeften is van cruciaal belang. Trauma-geïnformeerde zorg dient een belangrijke invalshoek te zijn binnen deze geïntegreerde benadering, waarbij extra training en structurele inbedding van trauma-geïnformeerde principes worden voorgesteld.
- Een netwerkaanpak is vereist om het zorgaanbod en de beschikbaarheid van diensten te evalueren en blinde vlekken binnen de zorgondersteuning af te dekken, zodat een compleet spectrum van professionele en informele ondersteuning beschikbaar is voor zorggebruikers.
- Verbeterde informatie-uitwisseling en systematische netwerkinterventies zijn essentieel om zorggebruikers te ondersteunen in hun zorgtraject.
- Acties gericht op het verminderen van stigma en het bevorderen van sociale inclusie zijn noodzakelijk om de perceptie van de samenleving en van zorgprofessionals ten aanzien van deze doelgroep te veranderen. Tot slot dient er meer aandacht te zijn voor sociale isolatie en eenzaamheid binnen zorginterventies en de uitgestippelde zorgtrajecten.
Lees hier het volledig onderzoeksrapport of de samenvatting.