Skip to main content

Eindtermen verslaving – 2e graad secundair onderwijs

2e graad secundair onderwijs (14-16 jaar)

Voor het derde jaar gelden de nieuwe eindtermen vanaf september 2021, voor het vierde jaar vanaf september 2022.

Eindtermen 1.6 en 1.2 gaan specifiek over middelengebruik

Deze eindtermen gelden voor: 

  • Aso, kso, tso finaliteit doorstroom
  • Bso finaliteit arbeidsmarkt
  • Kso, tso dubbele finaliteit

De sleutelcompetenties en bouwstenen die leerlingen zich eigen maken zijn de volgende:

  • Competenties op het vlak van lichamelijk, geestelijk en emotioneel bewustzijn/gezondheid
  • Bouwsteen: een gezonde levensstijl opbouwen, onderhouden en versterken

    ET 1.6 De leerlingen analyseren een aantal mogelijke risicovolle situaties verbonden aan verslavingen.

    Conceptuele kennis:

    • Je legt de risico’s uit van mogelijke verslavende middelen zoals suiker, alcohol, illegale drugs en medicatie.
    • Je legt uit dat verslavende handelingen zoals het gebruik van sociale media, games, virtuele realiteit, gokken tot verslavingen kunnen leiden.
    • Je wijst op de oorzaken en motieven voor middelengebruik
    • Je legt de gevaren uit van combigebruik van verschillende middelen
    • Je verklaart de sociale, mentale en fysieke kenmerken en gevolgen van verslaving
    • Je legt uit wat de leeftijdsspecifieke sociale en wettelijke normen en grenzen zijn voor middelengebruik
    • Je wijst op leeftijdsspecifieke hulp bij het problematisch gebruik van mogelijk verslavende middelen en handelingen

    Cognitieve dimensie: beheersingsniveau begrijpen

    VAK: Maatschappij en welzijn (MaWe), Maatschappelijke, economische en artistieke vorming (MEAV-da), Maatschappelijke vorming (MaVo), Nederlands, Godsdienst …

    ET 1.2 De leerlingen zijn bereid om te reageren op mogelijk verslavend gedrag. (attitudinaal)

    Andere relevante eindtermen voor de 2e graad secundair

    Eindtermen 1.1, 1.5 bevatten goede aanknopingsunten voor hetp thema middelengebruik.

    De sleutelcompetenties en bouwstenen die leerlingen zich eigen maken zijn de volgende:

    • Competenties op het vlak van lichamelijk, geestelijk en emotioneel bewustzijn/gezondheid
    • Bouwsteen: een gezonde levensstijl opbouwen, onderhouden en versterken.

    ET 1.1 De leerlingen ontwikkelen een gezonde levensstijl. (attitudinaal)

    ET 1.5 De leerlingen passen technieken voor eerste hulp bij ongevallen en voor noodsituaties in een gesimuleerde leeromgeving toe vanuit symptoomherkenning.

    Daarnaast zijn er enkele eindtermen die niet expliciet over middelengebruik gaan, maar die wel een sterke invloed kunnen hebben op de gezondheid en het middelengebruik van de jongeren.

    Bouwsteen: het mentaal welbevinden opbouwen, onderhouden en versterken.

    ET 1.15 De leerlingen uiten hun gevoelens respectvol. (transversaal – attitudinaal)

    ET 1.16 De leerlingen zoeken hulp bij intra- en interpersoonlijke problemen (attitudinaal)

    ET 1.17 De leerlingen geven feedback over hun eigen gedrag en dat van anderen bij een gebeurtenis aan de hand van aangereikte feedbacktechnieken.

    ET 1.18 De leerlingen geven aan waar ze hulp kunnen vinden in verband met emotieregulatie

    Eindtermen 4.6, 4.7 en 4.8 zijn eindtermen van de digitale competentie en mediawijsheid. Ze zijn transversaal, en zijn dus te behalen door aan andere onderwerpen te werken, bijvoorbeeld online sociale vaardigheden, gamen, social media, …

    De sleutelcompetenties en bouwstenen die leerlingen zich eigen maken zijn de volgende:

    • Competenties: Digitale competentie en mediawijsheid
    • Bouwsteen: Verantwoord, kritisch en ethisch omgaan met digitale en niet-digitale media en informatie.

    ET 5.1 De leerlingen bewaken in interacties hun eigen fysieke en mentale grenzen. (attitudinaal)

    ET 5.2 De leerlingen houden in interacties rekening met de opvattingen, de fysieke en mentale grenzen en de emoties van anderen. (attitudinaal)

    ET 5.3 De leerlingen gaan om met verschillen in de emotionele beleving van fysieke en mentale grenzen tijdens interacties tussen personen. (attitudinaal)

    ET 5.4 De leerlingen reageren respectvol tegen pest- en uitsluitingsgedrag. (attitudinaal)

    ET 5.5 De leerlingen zijn sociaal vaardig in informele en formele relaties. (attitudinaal)

    ET 5.6 De leerlingen dragen tijdens groepsactiviteiten actief bij aan de uitwerking van een gezamenlijk resultaat (attitudinaal)