Collega Hanna Peeters in De wonderjaren over opvoeding, jongeren, alcohol en drugs
In De wonderjaren ontvangt Siska Schoeters iedere week een bekende papa of mama om het samen met hen te hebben over hete hangijzers bij de opvoeding van hun kinderen. In het tweede seizoen, aflevering drie geeft Hanna Peeters tips en beantwoordt vragen over opvoeden, jongeren, alcohol en drugs. Ook na Hanna’s passage blijft het interessant want dan heeft Maya Geudens van CGG VAGG het over gamen: is dat nu slecht of goed voor pubers? Centrale gast van deze aflevering is Willy Somers
Drugs zijn nog altijd niet de norm
De perceptie leeft dat veel jongeren drugs gebruiken. Hanna weerlegde die perceptie met cijfers uit de bevraging van de studenten hoger onderwijs. Daarin zien we voor het laatstejaarsgebruik de volgende cijfers:
- cannabis: 27 %
- xtc: 7,5 %
- cocaïne: 5 %
Als we naar meer riskant, wekelijks tot dagelijks, gebruik kijken, dan zakt dit voor cannabis tot 8 % en voor de andere illegale drugs tot 1 à 2 %. Deze cijfers liggen een stuk lager dan wat Willy Somers dacht! Het is belangrijk om de perceptie bij te sturen met onderzoek. Want de perceptie beïnvloedt de norm. Als jongeren denken dat de meeste leeftijdsgenoten drugs gebruiken, dat het erbij hoort en ze weerspiegelen zich hieraan, dan is dat geen goeie zaak.
Waarom gebruiken jongeren drugs?, vroeg Siska Schoeters. Hanna legde uit dat er ‘positieve’ (voor de gezelligheid, om met vrienden uit te gaan, omdat ik het leuk, lekker vind) en ‘negatieve’ motieven (omdat ik me niet goed in mijn vel voel, omdat ik dronken wil zijn, omdat ik wil ontsnappen aan mijn situatie) zijn. De ‘negatieve’ motieven geven meer kans op riskant gebruik.
Bied thuis geen alcohol aan
Hanna was hierin formeel: je biedt als ouder beter geen alcohol aan aan je kind. Ouders hebben vaak het idee dat hun kind maar beter zijn eerste glas onder hun alziend oog kunnen drinken. Zo ‘leren’ kinderen drinken en doen ze het niet achter de rug van de ouders om. Er is heel wat wetenschappelijk onderzoek dat aantoont dat als kinderen thuis mogen drinken, ze dit ook buitenshuis vaker doen en dat ze meer kans hebben op problemen. Dit heeft opnieuw met de norm te maken: ‘het is ok voor mijn ouders dat ik drink, want ik mag het ook thuis’.
Wat kan je als ouder doen?
Een eerste tip, die ook heel goed uit de filmpjes met studenten kwam, is: erover praten, er open over zijn. Durven vragen aan je kind: hoe zit dat met druggebruik in jouw omgeving, heb je er al over gehoord, wat vind jij ervan?, … En als ze zelf gebruiken, ook polsen naar de motieven, naar de betekenis van het gebruik in hun leven. Als ouder mag je ook authentiek zijn, je mag zeggen wat je voelt, wat je erover denkt, je mag zeggen bijvoorbeeld zeggen dat je het liever anders had gezien. Het is vooral belangrijk om die onvoorwaardelijke veilige basis te zijn. Belangrijk dat, ook als ze fouten maken, ze bij jou terecht kunnen. ‘Ik ben er als ouder altijd voor jou,’ die boodschap is cruciaal.
Mag je als ouder zaken verbieden? Je hebt verbieden in heel restrictieve zin waarin je heel autoritair gaat zeggen: ‘zo zit het, er valt niet over te praten en als je je niet aan de regels houdt, dan zullen er gevolgen zijn’. Dat is inderdaad geen goeie manier: zo verlies je de openheid, het vertrouwen. Er is ook een andere manier: consequent een grens aanhouden en duidelijk maken aan je kind: ‘ik heb liever niet dat je gebruikt om die en die reden’ en vooral goed uitleggen waarom jij dat vindt en daarover in gesprek gaan met je kind. En in die zin is verbieden, of duidelijk zijn over iets, wel nuttig. Want we zien dat jongeren die het mogen, ook meer gaan gebruiken. Dus als je het niet wil, moet je ook duidelijk zijn.