Skip to main content

Project cocaïnepreventie

Het cocaïnegebruik in België is de afgelopen jaren toegenomen, in het bijzonder in specifieke settings. Parallel aan de toename in cocaïnegebruik, is het aantal behandelingsaanvragen voor cocaïneverslaving in de alcohol- en drughulpverlening toegenomen. Inzetten op preventie om (problematisch) cocaïnegebruik te voorkomen en terug te dringen, is daarom essentieel. Dat is precies het doel van dit project. En jij kan hieraan meewerken! Het project loopt van 1 januari 2023 tot en met 31 augustus 2023 en wordt gefinancierd door de Vlaamse overheid.

1. Cocaïnegebruik onder de loep

Het thema cocaïne domineert steeds vaker het Belgisch drugbeleid. De Vlaamse media berichtten al maanden over het toenemend druggeweld, neus-, keel-, en oorartsen melden een toename aan neusklachten gerelateerd aan cocaïnegebruik, en de inbeslagnames van cocaïne breken jaar na jaar hun record.

De meest recente gezondheidsenquête van Sciensano (2018) toont bovendien aan dat 1,5% van de Belgen van 15-64 jaar in het afgelopen jaar cocaïne had gebruikt. In Vlaanderen lag dat aantal in 2018 op 1,7%, ofwel 111.400 Vlamingen. Recentere cijfers geven inzicht in het cocaïnegebruik van specifieke doelgroepen, zoals bijvoorbeeld mensen in de uitgaanssetting, studenten, werknemers of het gebruik tijdens corona. Hoewel die prevalentiecijfers vaak niet representatief zijn voor de hele bevolking, tekenen ze consistent een hoger cocaïnegebruik op. Verder tonen de analyses van rioolwater voor residu van cocaïnegebruik steeds hogere cijfers van cocaïnegebruik in specifieke gebieden. In Antwerpen-Zuid werd in 2021 1,5 gram cocaïne per 1.000 personen per dag gemeten – in 2018 was dat nog 0,77 gram. In Brussel-Noord ging dat om 0,77 gram cocaïne per 1.000 personen per dag – vergeleken met 0,43 gram in 2018. Ten slotte nemen ook het aantal hulpvragen voor cocaïneverslaving over de jaren heen gestaag toe in België en Vlaanderen. Alle cijfergegevens lijken een toegenomen gebruik van cocaïne te suggereren, in het bijzonder in specifieke settingen.

Nieuwe beleidsmaatregelen om die cocaïneproblematiek aan te pakken, volgen elkaar in sneltempo op. Preventie van cocaïnegebruik wordt daarbij echter vaak over het hoofd gezien. Dit onderzoeksproject pakt die lacune aan. In dit project, betoelaagd door de Vlaamse overheid, willen we meer inzichten genereren in (motieven en determinanten van) cocaïnegebruik en aanknopingspunten voor preventie in kaart brengen. Daarbij hebben we aandacht voor zowel cocaïnepreventie binnen een breder alcohol en drugsbeleid, als voor de ontwikkeling van een specifieke preventietool.

2. Mixed-method-aanpak om snel zicht te krijgen

Het onderzoek schuift twee centrale onderzoeksvragen naar voor:

  1. Wat zijn motieven en determinanten voor cocaïnegebruik in Vlaanderen?
  2. Welke noden, aanknopingspunten en randvoorwaarden identificeren de verschillende stakeholders voor preventie van cocaïnegebruik?

Noot: Preventiemethodieken hebben de volgende doelstellingen op het oog: het imago van cocaïne als succesdrug bijstellen en zo niet-gebruik aanmoedigen, experimenteergedrag uitstellen, problemen voor cocaïnegebruik uitstellen, problemen voor cocaïnegebruik bespreekbaar maken, doorverwijzing naar de hulpverlening bevorderen en hulpverleners deskundiger maken.

Hoe willen we dat uitzoeken? Simpel, via een mixed-method aanpak. Om deze onderzoeksvragen te beantwoorden, worden verschillende onderzoeksmethoden gecombineerd:

  1. Een analyse van de anonieme data over cocaïnegebruik van De Druglijn
  2. Semigestructureerde interviews met personen die cocaïne gebruiken of cocaïnegebruik zien in hun leefwereld. Met die interviews willen we inzicht krijgen in motieven en determinanten van cocaïnegebruik, maar ook aanknopingspunten vinden voor de ontwikkeling van een preventietool.
  3. Focusgroepen met verschillende stakeholders (onder meer hulpverleners, lokale en intergemeentelijke preventiewerkers, verslavingsartsen en therapeuten) om een meer diepgaand zicht te krijgen op de noden en randvoorwaarden bij het ontwikkelen van cocaïnepreventie.
© iStock

3. Een extra focus op werkgerelateerd cocaïnegebruik

Daar blijft het niet bij. Dit project voegt een extra luik toe, waarbij wordt ingezoomd op werkgerelateerd cocaïnegebruik.

Waarom? Wel, uit onderzoek weten we dat (snuif)cocaïnegebruik vooral voorkomt bij personen die cocaïne gebruiken in het uitgaansleven, personen die cocaïne gebruiken in de werkcontext (bijvoorbeeld als prestatiebevorderend middel, of als deel van de werkcultuur) of als copingsmiddel bij een psychische klachten. Die categorisering is niet exclusief: zo wordt de werkcontext ook geconfronteerd met gevolgen van recreatief gebruik op het functioneren van medewerkers. In Vlaanderen hebben we inmiddels een relatief goed zicht op (motieven voor) het gebruik van cocaïne in het uitgaansleven. Uit het uitgaansonderzoek dat VAD in 2018 publiceerde, bleek dat 32% van de bevraagde uitgaanders ooit al eens cocaïne had gebruikt, waarvan 18% in het afgelopen jaar. De longitudinale studie van Van Havere en collega’s (2012) naar het uitgaansleven in Vlaanderen, toonde aan dat cocaïne op plaats drie van de meest gebruikte illegale drugs kwam (13,4%), na cannabis (43,1%) en ecstasy (16,1%). In het bijzonder op specifieke evenementen, zoals electronic-dance-music-evenementen, spelen partydrugs zoals snuifcocaïne een belangrijke rol, bijvoorbeeld om de feestervaring te verbeteren. Ook hedonistische aspecten dragen bij aan het gebruik van illegale drugs zoals cocaïne in het uitgaansleven.

Vlaamse of Belgische studies naar het gebruik van cocaïne gelinkt aan de werksetting zijn echter schaars. In een Belgisch prevalentieonderzoek naar alcohol en illegale drugs bij 5367 werknemers, gaf 1,4% van de respondenten cocaïne het afgelopen jaar gebruikt te hebben. Motieven hiervoor werden niet bevraagd, en het niet duidelijk of het gaat om werkgerelateerd cocaïnegebruik of andere vormen van cocaïnegebruik. Werkgerelateerd cocaïnegebruik blijft dus grotendeels onbekend, wat het een ideaal aanknopingspunt voor verdere uitdieping in dit project maakt.

Wat we dan specifiek willen doen in dit extra luik? Wel, we organiseren een online survey en focusgroepen bij verschillende actoren uit het bedrijfsleven (onder meer de sociale partners; preventieadviseurs veiligheid, arbeidsartsen en psychosociale aspecten, medewerkers HRM, preventiewerkers) om een breed overzicht te krijgen op percepties over werkgerelateerd cocaïnegebruik, maar ook op draagvlak, noden en randvoorwaarden voor de implementatie van cocaïnepreventie in de werksetting.

4. Wil je meewerken ?

Om een goeie preventietool te ontwikkelen, is het voor ons essentieel mensen die cocaïne gebruiken rechtstreeks te betrekken in dit project. Gebruik je cocaïne (bijvoorbeeld bij het uitgaan, om beter te presteren, om om te gaan met problemen, …) of zie je cocaïnegebruik in je leefomgeving, en wil je jouw ervaring delen? Dan ben je de geknipte persoon voor dit onderzoek. We zijn op zoek naar mensen met verschillende profielen van cocaïnegebruik. We organiseren graag een gesprek met je, en dat gesprek kan plaatsvinden in persoon (wij komen naar je toe), online (the good old Teams-meeting) of via beveiligde chat (Telegram of Signal). We passen ons volledig aan aan waar jij je het best bij voelt.

Interesse? Stuur een mailtje naar eva.blomme@vad.be of contacteer me via Signal of Telegram (+32 (0) 456 63 70 23). Om jouw telefoonnummer af te schermen voor mij via Telegram, vind je hier een stappenplan. Via Signal kan je jouw telefoonnummer niet afschermen voor mij, maar garanderen we anonimiteit via een informed consent formulier.

We voeren dit onderzoek uit in overeenstemming met de geaccepteerde maatstaven voor wetenschappelijk en ethisch gedrag. Hierbij houden we ons aan de principes van onderzoeksintegriteit zoals beschreven in “The European Code of Conduct for Research Integrity” (2017, revised edition, ALLEA) en regels over persoonsgegevens volgens de Europese Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR).

5. Meer weten?

Bij vragen, aarzel niet om contact op te nemen met Eva Blomme (Eva.Blomme@vad.be) en Marie-Claire Lambrechts (Marie-Claire.Lambrechts@vad.be).

Bronnen

Antoine, J., De TDI-registratie in België, Jaarlijks rapport, registratiejaar 2021. Brussel, België: Sciensano; 2022. 105p. Wettelijk depotnummer: D/2022.14.440/66.

Bawin, F., Emplit, K., Tieberghien, J., Vandenbogaerde E., Pardal, M., Guillain, C., Decorte, T. – Youth perceptions of nonmedical use of psychoactive medications. Final Report. Brussels : Belgian Science Policy Office 2021 – 214 p. (Federal Research Programme on Drugs)

Hauspie, B., Van Dyck, E., Piolat, J., Van der Linden, N., Sacré, C., Van Havere, T., Lonfils, C., Van Huyck, C., & Ponnet, K. (2021). Drugs op festivals: Percepties van preventieve, schadebeperkende, zorggerelateerde, en repressieve strategieën: Samenvatting. Brussel, Federaal Wetenschapsbeleid 2021 – 12 p. (Federaal Onderzoeksprogramma Drugs)

Lambrechts, M. C., Vandersmissen, L., & Godderis, L. (2019). Alcohol and other drug use among Belgian workers and job-related consequences. Occupational and environmental medicine76(9), 652-659

Spronk, D., Bilderbeek, B., van Miltenburg, C., de Jonge, M. (2021). Preventie van cocaïnegebruik: Inventarisatie en kansen voor de toekomst. Trimbos Instituut – Netherlands Institute of Mental Health and Addiction). (https://www.trimbos.nl/wp-content/uploads/2022/01/AF1954-Preventie-van-cocainegebruik.pdf)

 

Spronk, D., van Gelder, N., Nabben, T., & de Jonge, M. (2020). Cocaïne: wie gebruikt het en waarom? een verkennend onderzoek naar gebruikers van cocaïne in Nederland. Trimbos Instituut – Netherlands Institute of Mental Health and Addiction. (https://www.trimbos.nl/wp-content/uploads/2022/01/AF1830-Cocaine-wie-gebruikt-het-en-waarom.pdf)

Van Dyck, E., Ponnet, K., Van Havere, T., Hauspie, B., Dirkx, N., Schrooten, J., … & De Neve, J. (2023). Substance Use and Attendance Motives of Electronic Dance Music (EDM) Event Attendees: A Survey Study. International Journal of Environmental Research and Public Health20(3), 1821.