Skip to main content
  • Home
  • Artikels
  • “Van mijn ouders moest ik naar de kerk, maar ik ging naar de bib”: een terugblik op de carrière van VAD-bibliothecaris Marc Wauters

“Van mijn ouders moest ik naar de kerk, maar ik ging naar de bib”: een terugblik op de carrière van VAD-bibliothecaris Marc Wauters

Vierentwintig jaar lang was Marc Wauters het gezicht van de VAD-bibliotheek. Naar aanleiding van zijn pensioen blikken we terug op zijn carrière als bibliothecaris.

Marcs liefde voor boeken, ontstond toen hij veertien was: “Mijn ouders verplichtten me om naar de kerk te gaan, maar daar had ik helemaal geen zin in. Ik ging dus naar het dorp, maar in plaats van naar de kerk ging ik naar de bib. In die tijd las ik vooral graag Elsschot. Kaas was verplichte literatuur op school. De meeste van mijn medeleerlingen hadden er een hekel aan, maar ik vond het fantastisch. Nog steeds trouwens. Willem Elsschot en Jeroen Brouwers zijn mijn favoriete Nederlandstalige auteurs.”

Marc werkte 12 jaar in een openbare bibliotheek, vooral op de non-fictie afdeling, maar die job was niet helemaal zijn ding: “De functie sloot niet aan bij mijn diploma en ik vond het werk nogal routineus. Je bent ook met veel thema’s tegelijk bezig waardoor je je niet echt in iets kan verdiepen, terwijl ik me net graag wou specialiseren. Bovendien wilde ik graag werken in een sector die maatschappelijk een belangrijk verschil maakte.”

Wat Marc wel interessant vond, waren de vragen van leners. Alleen liet het werk hem niet toe veel opzoekwerk te doen om de mensen echt te helpen: “Zo herinner ik me nog goed dat er een oudere dame was die problemen had met haar huisbaas. Ik wilde haar helpen de nodige literatuur te vinden over huurovereenkomsten en rechten van huurders, maar op dat moment stonden er al vijf mensen te wachten aan de balie. Dat was echt een moment waarop ik dacht: dit is het niet.”

Uniek erfgoed en efficiëntie dankzij de digitalisering

Toen er dus een vacature vrijkwam voor VAD-bibliothecaris was Marc de geknipte kandidaat. VAD was net verhuisd van het gebouw van het VIG (nu Vlaams Instituut voor Gezond Leven) in Laken naar de nabijgelegen Tollenaerestraat: “De boekencollectie van VAD maakte toen deel uit van de bibliotheek van het VIG”, zegt Marc. “Het was echter nuttig voor de VAD-medewerkers om zelf een bib in huis te hebben. Ik werd aangenomen om dat op te starten op basis van de bestaande boekencollectie.”

© VAD, 1998 – Aankondiging nieuwe medewerker in het toenmalige VAD-tijdschrift.

In de beginjaren trok de VAD-bibliotheek veel bezoekers: “De bibliotheek zat vol studenten die naar de bib gestuurd werden voor groepstaken. Tegenwoordig is dat niet meer het geval, want ze hebben steeds meer online bronnen aan de universiteit en veel meer artikels zijn open access.” Door de digitalisering evolueerde de VAD-bibliotheek dus van een klassieke bibliotheek naar hoofdzakelijk online dienstverlening. Toch bevat de catalogus ook een aantal pareltjes die niet online te raadplegen zijn en is er met de VAD-bibliotheek heel wat erfgoed in huis.

Zo heeft VAD een unieke collectie van grijze literatuur, de literatuur die niet door commerciële uitgevers wordt uitgegeven maar door vzw’s en overheden. Denk bijvoorbeeld maar aan onderzoeksrapporten en brochures. “Ook die worden de laatste tien jaar niet meer gedrukt, maar zijn wel in onze online catalogus te vinden”, zegt Marc. “De meeste grijze literatuur uit Vlaanderen die dateert van voor het internet, is enkel bij ons te vinden. Ik heb al die uitgaven gebundeld op jaartal, zodat je vanaf de jaren zestig van elk jaar een mooi overzicht hebt van publicaties van VAD-leden en de verslavingssector in Vlaanderen. In onze pronkkast hebben we bovendien ook een hele boekencollectie van de matigingsbeweging van eind 19de en begin 20ste eeuw.”

Ondanks zijn liefde voor dit uniek erfgoed, vindt Marc dat de digitalisering vooral voordelen biedt: “Alles gaat een pak sneller en er is veel meer informatie toegankelijk, waardoor je heel wat efficiënter kan werken. In de tijd dat ik bibliotheekschool deed, was er nog geen internet. Je had toen verschillende betalende databanken die bibliografische data aanboden. Wilde je een databank raadplegen, dan moest je aan peperdure tarieven inbellen naar zo’n databank. Dat kostte tientallen euro’s per uur.”

© Het Volksgeluk, 1892 – Uit de historische collectie van de bibliotheek.

Van het syndroom van Korsakov tot cannabis in de kunstgeschiedenis

Als VAD-bibliothecaris werkt Marc zowel proactief als vraaggestuurd: “Als voorbereiding op vragen die kunnen komen, stel ik zelf een collectie samen van relevante gedrukte en online bronnen. Ik maak ook gericht literatuur bekend naar specifieke medewerkers en leden. Daarnaast zoek ik bronnen op vraag, dat kan een volledige literatuur search zijn of bijvoorbeeld één specifieke bron.”

De vragen die binnenkomen bij de bibliotheek zijn heel uiteenlopend: “Je hebt er voor de hand liggende tussen, zoals literatuur over gecontroleerd drinken of over het effect van angstinductie bij drugpreventie. Andere vragen zijn al wat moeilijker, bijvoorbeeld literatuur over verslaafde moeders die met hun kinderen in een residentiële setting verblijven of over de link tussen cannabisverslaving en tabaksverslaving.”

Maar soms zijn de vragen ook allesbehalve evident: “Zo kregen we een tijd geleden een vraag van een kliniek met korsakovpatiënten die een kerstfeestje organiseerde. De patiënten vonden een feestje zonder drank maar triest en vroegen of ze geen alcoholvrij bier mochten. Toen kreeg ik de vraag naar literatuur over alcoholvrij bier en of het zien of ruiken ervan een trigger is. Ik kreeg ook al eens een vraag over het in beeld brengen van cannabisgebruik in de kunst door de eeuwen heen. Bij sommige vragen vind je al snel heel veel bronnen, maar soms moet je heel lang zoeken met weinig resultaat.”

Marc kijkt met voldoening terug op de databank en collectie die hij uitbouwde, maar vindt vooral de dienstverlening op maat belangrijk: “Zodra er ’s morgens een artikel verschijnt over een onderzoek, spoor ik dat onderzoek op om het aan de medewerkers of directie te bezorgen. Zo zijn ze op de hoogte en kunnen ze reageren op vragen. We nemen ook contact op als we bijvoorbeeld opvangen dat een politicus aan een nieuw wetsvoorstel denkt. Dan vragen we of we het ontwerp al mogen bekijken, zodat we er snel bij zijn.”

© Ebe Daems

Door de nodige informatie te bezorgen, kan je ook een verschil maken, zegt Marc: “Zo kwam er enkele jaren geleden een collega naar mij die me vroeg om informatie te zoeken over Dry January in Engeland. Ik zocht dus literatuur over de effectiviteit van die campagne: bleven mensen daarna ook minder drinken of gingen ze net meer drinken om te compenseren? Onder andere op basis van die resultaten werd er beslist om Tournée Minérale te organiseren. Als ik nu in februari in de supermarkt een heel rek met alcoholvrije dranken zie staan, word ik daar blij van. Natuurlijk ben je maar een klein schakeltje in dat verhaal, maar je hebt toch een verschil gemaakt.”

Een internationaal netwerk van alcohol- en drugbibliothecarissen

Hoewel Marc via de bibliotheek met verschillende collega’s in contact komt en zich binnen de organisatie ondersteund voelt, blijft het een eenmansjob, want als bibliothecaris werk je niet in een team. Marcs collega’s bibliothecarissen zijn dan ook verbonden in SALIS, een internationaal netwerk van bibliothecarissen in bibliotheken en documentatiecentra rond afhankelijkheid en middelenmisbruik: “Er is een forum waar we vragen kunnen stellen of bronnen kunnen delen, en we voegen bronnen toe aan het Internet Archive”, zegt Marc.

“Vroeger hadden we een dergelijke Europese organisatie, Elisad, met een jaarlijkse conferentie die telkens in een andere Europese stad doorging.” Toen de conferentie in 2007 in Brussel doorging en Marc deze organiseerde in het VAD-gebouw, was dat het hoogtepunt van zijn carrière: “Het was een enorme uitdaging, maar het is goed gelukt. Bovendien is het ook heel fijn om de collega’s die met dezelfde zaken bezig zijn in het echt te zien in plaats van online.”

Zo’n conferentie wordt steevast afgesloten met een diner: “Gewoonlijk werd er dan een restaurant met lokale specialiteiten gereserveerd, maar VAD had toen nog weinig middelen en daar was dus geen budget voor. Maar we zaten hier dus wel met tientallen mensen die op de laatste avond toch ergens wel een traditioneel diner verwachtten. Ik heb dan wat vrienden opgetrommeld en we organiseerden in de kapel op VAD een diner in het thema homemade Belgian food, met Gentse waterzooi. Op latere conferenties haalden mensen er steeds herinneringen aan op. Al die goede restaurants, maar ons huisgemaakt eten bleef hangen, want dat was bijzonder”, lacht Marc.

Van alles een beetje weten

Als VAD-bibliothecaris doorploegt Marc een heleboel bronnen over alcohol, illegale drugs, psychoactieve medicatie, gamen en gokken. “Juist omdat ik zoveel informatie heb binnengekregen, vind ik het bijzonder moeilijk ergens een standpunt over in te nemen. Soms gebeurt het dat ik net als ik me ergens een idee over heb gevormd, weer andere informatie vind die dit tegenspreekt. Er zijn ook zoveel invalshoeken om ernaar te kijken: medisch, criminologisch, psychologisch, … Dat houdt het ook boeiend. Ik ben blij dat ik als bibliothecaris geen expert moet zijn, maar enkel van alles een beetje moet weten.”

© Het Volksgeluk, 1902 – Uit de historische collectie van de bibliotheek.

Er is wel een VAD-thema dat eruit springt voor Marc, namelijk psychedelische drugs: “Dat vind ik bijzonder boeiend”, zegt hij. “Als je de literatuur over psychedelica volgt, dan is het toch wel overtuigend dat het de moeite waard is om het therapeutisch gebruik ervan grondig te onderzoeken. Tegelijk heb ik in de jaren zeventig ook kunnen zien hoe het kan mislopen met psychedelische middelen. Veel hangt denk ik af van hoe, waar, wanneer en door wie die middelen gebruikt worden. Maar ik vind het intrigerend dat wat voor de een nefast kan zijn, voor de ander zo helend kan zijn.”

Door de digitalisering zag Marc de hoeveelheid werk in de bibliotheek sterk afnemen: “De job die ik voordien op vier dagen deed, kon ik mits enige reorganisatie en herschikking van taken op tweeënhalve dag doen. Daarom ben ik in 2011 op eigen initiatief deeltijds gaan werken.” Met de vrijgekomen tijd zet Marc zich in voor natuurverenigingen in een project voor fondsenwerving om natuurgebieden aan te kopen. Met zijn pensioen in het vooruitzicht, wil hij nog meer tijd besteden aan natuurbehoud en het milieu: “Ik stop niet om in een hangmat te gaan liggen, al zal dat ook weleens gebeuren. Ik ga bezig blijven. En ik ga meer lezen, want daar heb ik nu amper tijd voor.”