Skip to main content
  • Home
  • Artikels
  • Conclusies BENZONET-studie: naar een bredere aanpak van langdurig slaap- en kalmeermiddelengebruik

Conclusies BENZONET-studie: naar een bredere aanpak van langdurig slaap- en kalmeermiddelengebruik

Onderzoek naar gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen in Vlaanderen richtte zich tot nu toe vooral op de ervaringen van zorgverleners en de perspectieven van patiënten bij een eerste voorschrift. Het BENZONET-project van de Universiteit Gent bracht voor het eerst ervaringen en perspectieven van langdurige gebruikers in kaart.

Op basis van de BENZONET-studie werd intussen ook een nieuwe BELSPO-studie opgestart. Hiervoor is men nog op zoek naar professionals die met patiënten of cliënten werken die benzodiazepines of Z-producten gebruiken. Hierover lees je meer onderaan dit artikel.

Hieronder vind je een overzicht van de belangrijkste conclusies en beleidsaanbevelingen uit de BENZONET-studie.

Eerste onderzoek naar ervaringen van langdurige gebruikers

Niet alleen het onderzoek dat tot dusver gedaan werd, maar ook de diverse preventiecampagnes zijn gericht op potentiële en beginnende gebruikers. Chronische gebruikers daarentegen vallen uit de boot. De BENZONET-studie van Universiteit Gent (Hedera en Heymans Instituut voor Farmacologie) gefinancierd met middelen van BELSPO probeert deze kenniskloof te dichten. Om inzicht te verwerven in de ervaringen van langdurig gebruik van slaap- en kalmeringsmiddelen, werden tussen juli 2019 en februari 2021 dertig personen geïnterviewd die langdurig deze medicatie gebruiken of gestopt waren na langdurig gebruik. Daarnaast werd ook de rol van online forums onderzocht bij de afbouw van deze medicatie. De resultaten werden vervolgens afgetoetst met een ruime groep van experten en ervaringsdeskundigen om tot beleidsaanbevelingen te komen.

Een sluipende gewoonte

De meeste geïnterviewden gaven aan dat hun langdurig gebruik geleidelijk, bijna onopgemerkt, een gewoonte werd. Opvallend is dat geen van de geïnterviewden zich herinnerde dat hun huisarts of andere voorschrijver alternatieven aanreikte om de onderliggende oorzaken aan te pakken. Met uitzondering van een sporadische waarschuwing voor afhankelijkheid, kreeg de meerderheid van de geïnterviewden nauwelijks informatie over langetermijneffecten, een aanbevolen stopdatum of afbouw. Niettemin is men zich doorgaans bewust van de risico’s van langdurig gebruik. Voor veel tevreden medicatiegebruikers wegen de nadelen van hun gebruik echter niet op tegen de voordelen.

Stoppen naar aanleiding van bijwerkingen

Wanneer mensen wel stoppen met deze medicatie zijn de negatieve gezondheidsimpact en de bijwerkingen de belangrijkste redenen daarvoor. Bijwerkingen varieerden van vergeetachtigheid, zogenaamde reboundeffecten (duizeligheid, opvliegers), afhankelijkheid, invloed op het gezichtsvermogen en spraak, slaperigheid en sufheid overdag, verminderde slaapkwaliteit tot zelfs veranderingen in de persoonlijkheid. Ook de angst voor verslaving speelt een rol. De meesten bouwden hun medicatie geleidelijk af., Sommigen kozen er echter voor om op eigen houtje radicaal cold turkey te stoppen, wat niet aangewezen is omdat het bijwerkingenontwenningsverschijnselen kan veroorzaken.

Een bron van schaamte

Een rode draad doorheen alle gesprekken was het negatieve maatschappelijke beeld over slaap- en kalmeringsmiddelen. Die stereotypen en vooroordelen, ook wel stigma genoemd, komen voort uit de gekende negatieve gezondheidseffecten en het risico op verslaving bij langdurig gebruik. Veel langdurige gebruikers ervaren dan ook een gevoel van schaamte over hun medicatiegebruik. Ze bespreken het niet of nauwelijks met anderen, behalve met personen die ook medicatie gebruiken. In sommige gevallen zorgt dit stigma er ook voor dat men bijwerkingen, oneigenlijk gebruik of zelfs een wens om te stoppen niet of slechts verhuld bespreekt met de voorschrijvende arts.

© Charles Thompson via Pixabay

Naar preventie van langdurig gebruik

Er is een grote nood aan preventie van langdurig gebruik, zeker nu er sinds het begin van de coronapandemie een gestage toename in gebruik is. De BENZONET-studie beveelt aan om hernieuwde aandacht voor bestaande richtlijnen en andere initiatieven verder te ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan training voor huisartsen en een aangepaste brochure voor patiënten. Ook producenten kunnen een rol spelen door kleinere verpakkingen op de markt te brengen. Dat lukte in het verleden al met een van de controversiëlere benzodiazepines: flunitrazepam.

Hulp bij afbouw: waar liggen de mogelijkheden?

Om mensen die hun medicatiegebruik willen afbouwen te ondersteunen ontwikkelden de BENZONET-onderzoekers een klaverbladmodel op basis van succesverhalen. Elk blad in dit model vertegenwoordigt een belangrijke steunende factor bij afbouw:

• Ten eerste is respect voor het afbouwtempo van de patiënt cruciaal.

• Daarnaast is de steun van mensen met persoonlijke afbouwervaring een meerwaarde, bijvoorbeeld in de vorm van een (online) lotgenotengroep.

• Ten derde is ook psycho-educatie over afbouw belangrijk om mensen te ondersteunen met feitelijke informatie.

• Tot slot lijkt een afbouw pas te lukken, wanneer mensen een alternatief op maat hebben om met de problemen om te gaan. De motivatie om te stoppen neemt sterk toe wanneer er een persoonlijk netwerk is dat enerzijds ondersteuning en erkenning biedt, maar ook kritisch durft te zijn waar nodig. Dit in een omgeving die niet stigmatiseert.

Dit laatste kan enkel bereikt worden als er blijvend wordt ingezet op het sensibiliseren van artsen én als gebruikers meer betrokken worden. Zo is hun perspectief essentieel bij de ontwikkeling van toekomstige campagnes, initiatieven en onderzoek over benzodiazepines en Z-producten.

BENZOCARE – deelnemers (professionals) gezocht

Op basis van de BENZONET-studie werd een nieuwe BELSPO-studie opgestart om de toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg voor patiënten met een afhankelijkheid van benzodiazepines en Z-producten te onderzoeken. Deze driejarige studie wordt uitgevoerd door de Universiteiten van Gent en Luik.

De doelstellingen van dit project zijn het onderzoeken van de toegankelijkheid van de zorg voor personen met een afhankelijkheid aan benzodiazepines en Z-producten en het in kaart brengen van de ervaringen en percepties van professionals.

Tijdens een eerste fase van het onderzoek willen de onderzoekers aan de hand van diepte-interviews professionals aan het woord laten die werken met cliënten of patiënten met een afhankelijkheid van benzodiazepines of Z-producten. Hiervoor is men momenteel op zoek naar therapeuten, psychologen, psychiaters, (huis)artsen, sociaal werkers en verpleegkundigen die in ambulante of residentiele voorzieningen werken. Wil je deelnemen? Stuur dan een mailtje naar melissa.ceuterick@ugent.be en ontvang alle praktische informatie.

Meer informatie over het project kan je vinden op de website van Universiteit Gent.