De sportclub als ideale setting voor gokpreventie?
Overlegmoment slaat brug tussen preventiesector en sportwereld
Je kan er niet meer naast kijken: reclame en sponsoring brengen de goksector almaar meer in beeld op en naast het sportveld. Zowel internationaal als recent Vlaams onderzoek wijst ondertussen uit dat sporters een risicogroep zijn wanneer het gaat over gokken. Het thema ‘sportweddenschappen’ is dus een vraagstuk waar zowel de sportwereld als de preventiesector zich over moet buigen. Daarom bracht VAD op 1 april 2021 sportfederaties, sportkoepels, preventiewerkers en Logomedewerkers samen. Een 50-tal enthousiaste aanwezigen dacht samen na over de rol die sportclubs, sportfederaties en sportkoepels kunnen spelen in het voorkomen van gokproblemen in de sportclub, vanuit een gezondheids- en welzijnsperspectief.
Het overlegmoment bestond uit twee delen. Eerst schetsten enkele sprekers de Vlaams situatie wat betreft sporters en sportweddenschappen. Daarna werd er tijd vrijgemaakt om de verschillende aanwezigen met elkaar in gesprek te laten gaan, op basis van een paar polls en vragen. In dit artikel vatten we samen wat er in de loop van beide delen aan informatie uitgewisseld werd.
Sporters en sportweddenschappen: feiten en cijfers
Jolien Moernaut (stafmedewerker VAD gokken en preventie) schetste de ‘gamblification of sports’ en gaf inkijk in de cijfers en bevindingen van recent Vlaams onderzoek. De resultaten van dit onderzoek geven ons meer inzicht in de situatie binnen de Vlaamse sportwereld. De gegevens verduidelijken ook welke kenmerken van de sporters en de sportomgeving het gokgedrag aansturen.
- Sporters in sportclubs nemen 5,5 keer meer deel aan sportweddenschappen (laatste jaar) in vergelijking met de algemene bevolking.
- Sporters uit sportclubs hebben 10 keer meer kans op risicovol gokken dan de algemene bevolking.
- Ook jongeren onder de 18 jaar vinden al de weg naar kansspelen. Aangezien hun hersenen nog volop in ontwikkeling zijn, zijn zij tegelijkertijd ook nog zeer kwetsbaar voor de negatieve gevolgen.
- Sportexpertise wordt door sporters als belangrijke factor gezien voor winst of verlies bij deelname aan sportweddenschappen. Onderzoek wijst nochtans uit dat dit gevoel onterecht is, maar het versterkt wel de illusie van controle.
- De grootste risicogroep om in de problemen te komen met gokken zijn de jongere mannen die een teamsport beoefenen.
- Het hulpverleningsaanbod bij gokproblemen is onvoldoende gekend en in bepaalde regio’s ontoereikend.
Sportweddenschappen vallen onder de kansspelwetgeving
Jonathan Van Damme (Attaché jurist Kansspelcommissie) lichtte enkele relevante aspecten van de kansspelwetgeving toe.
- Kansspelen zijn zonder vergunning steeds verboden. Sportclubs mogen geen sportweddenschappen inrichten.
- Reclame voor kansspelen is onderworpen aan heel wat regelgeving. Zo is reclame en sponsoring op uitrusting en materiaal van minderjarige sportploegen verboden.
- Sportevenementen hebben een grote invloed op gokgedrag.
- Het is verboden deel te nemen aan een kansspel als de betrokkene een rechtstreekse invloed kan hebben op het resultaat ervan. Een sporter, bijvoorbeeld, mag dus niet wedden op een wedstrijd waar hij zelf bij betrokken is. Bij twijfel is het aangeraden om niet deel te nemen.
Getuigenis Arne Nilis
Ervaringsdeskundige Arne Nilis deelde zijn verhaal over hoe hij in contact kwam met de gokwereld.
Arne kwam al op 13-14-jarige leeftijd in aanraking met sportweddenschappen, via zijn voetbalvrienden. Wilde kleedkamerverhalen over sportweddenschappen wakkerden zijn interesse in het gokken zeker aan. De kick die hij op het voetbalveld ervaarde, ging hij naast het veld ook zoeken in het gokken. En eenmaal hij ermee bezig was, stimuleerde de illusie om verloren geld terug te winnen hem om steeds te blijven verder spelen. Zijn expertise als profvoetballer zorgde daarbij voor een vals gevoel van controle over de situatie.
“De kick die ik op het voetbalveld ervaarde, ging ik naast het veld ook zoeken in het gokken.”
Hij ervoer zijn gokverslaving ook als iets dat lange tijd onzichtbaar bleef voor zijn omgeving. Personen met een gokprobleem weten als geen ander hun problemen verborgen te houden – tot ze hen echt boven het hoofd gegroeid zijn. Voor Arne was het zijn moeder die als eerste merkte wat er aan de hand was, doordat ze wat inzicht had in zijn financiële situatie. Zij heeft hem toen aangezet om hulp te zoeken.
Arnes verhaal bevestigde hoe moeilijk het is om een gokverslaving te overwinnen. De risico’s van gokken zijn onvoldoende gekend in de sportwereld, waardoor er weinig gedaan wordt in het kader van preventie en doorverwijzing. Dat draagt ertoe bij dat problemen lang onzichtbaar blijven, en eenmaal ze toch komen bovendrijven, is het niet eenvoudig om bij de juiste hulpverlening terecht te komen.
De rol van sportfederaties, -koepels en -clubs in gokpreventie
De tweede helft van het overlegmoment was vrijgehouden voor een uitwisseling tussen de aanwezigen. Het gesprek werd gelanceerd met behulp van drie polls. Daaruit bleek dat alle aanwezigen het ermee eens waren dat sportfederaties en sportkoepels een rol te spelen hebben in het voorkomen van gokproblemen. Maar de nodige kennis, vaardigheden en tools daarvoor ontbreken nog grotendeels in de sportwereld. Bij de sportclubs is die knowhow nog quasi onbestaande, maar ook op het niveau van de federaties en koepels is er nog veel werk aan de winkel.
Wat volgt zijn de belangrijkste conclusies uit de daaropvolgende brainstorm met de deelnemers.
Bewustmaking bij de sportclubs is een must
De risico’s van gokken zijn te weinig gekend en de omvang van het probleem wordt zwaar onderschat. Bewustmaking is dus een absolute must.
Bijkomend probleem is dat clubs voornamelijk bezig zijn met het fysiek welzijn van clubleden, maar hebben minder kennis en vaardigheden op vlak van psychisch welzijn. Als clubs hierrond iets vrijblijvends organiseren, zoals bijvoorbeeld een getuigenis of een infosessie, dan is de opkomst vaak laag. De drempel voor de sporters is hoog, omwille van de confrontatie met hun eigen gedrag en het taboe dat er rond heerst. Bij het uitwerken van preventiemethodieken rond gokken moet er dus rekening gehouden worden met het stigma, het taboe dat er binnen de sportclubs, net als in de rest van de samenleving, nog heerst.
Daarom kan het ook helpen om te kijken vanuit een brede insteek in het kader van preventie en gezondheidsbeleid binnen de sportclub (bijvoorbeeld ‘Gezonde Sportclub’).
Sportclubs zijn overbevraagd
Er wordt verwacht dat sportclubs rond verschillende thema’s werken. Er bestaan initiatieven over seksueel grensoverschrijdend gedrag, pesten, discriminatie, alcohol en drugs, … Maar de meeste clubs werken met vrijwilligers. Die hebben noch de tijd, noch de middelen en expertise om uitgebreid rond al deze thema’s te werken. We moeten dus voorkomen dat sportclubs overladen worden met verschillende thema’s waarrond ze zouden moeten werken.
Daarom is het belangrijk dat als er trajecten of methodieken uitgewerkt worden over sportweddenschappen, dat die niet te intensief zijn voor sportclubs. Er moet gewaakt worden over de haalbaarheid. Een checklist met praktische tips voor clubs hoe ze aan gokpreventie kunnen doen kan mogelijks werken.
Er zou een persoon binnen de sportclub kunnen fungeren als aanspreekpunt voor gokken. Bij deze persoon kunnen sporters, hun ouders, begeleiders of andere betrokkenen terecht met een vraag, vermoeden of klacht.
Sportclubs bereiken? Dat kan via federaties en koepels, maar ook via lokale besturen
Er is een duidelijk rol weggelegd voor federaties en koepels, als we sportclubs willen ondersteunen en begeleiden om aan gokpreventie te doen. Zij zijn goed geplaatst om de sportclubs aan te moedigen om aan preventie te doen.
Maar er kan ook gewerkt worden via lokale besturen (sportdienst, jeugddienst, welzijnsdienst, …). Dat kan deel uitmaken van het lokale gokbeleid, waarvoor VAD recent het stappenplan ontwikkelde ‘Omdat iedereen erbij wint. Samen voor een lokaal gokbeleid’.
Hier kunnen preventiewerkers en logo-medewerkers een belangrijke rol spelen. Sport Vlaanderen werkt nu ook met (boven)lokale consulenten.
De weg naar hulp is moeilijk
Hulp zoeken bij gokproblemen is onder andere moeilijk omwille van het stigma, het taboe dat er nog rond heerst. Het internet en alle online gokmogelijkheden zorgen ervoor dat de problematiek minder zichtbaar is. Daarnaast zijn de gedragskenmerken bij problemen meestal niet zo zichtbaar als bij een middelenverslaving, en weten personen met een gokverslaving dit vaak goed verborgen te houden. Schaamte speelt hierbij een grote rol. Door dit alles is gokken een onderschat fenomeen, een onzichtbare verslaving die vaak pas heel laat wordt opgemerkt.
Slechts een klein deel van de personen met gokproblemen gaat dan ook effectief op zoek naar hulp. Wanneer dat toch gebeurt, dan nog vindt die persoon moeilijk de weg naar de juiste hulpverlening. Daarom is het nuttig om de laagdrempelige hulpverlening (druglijn.be en gokhulp.be) meer visueel aanwezig te maken in de sportclub. Bijvoorbeeld door affiches in kleedkamers te hangen. Bij het ontwikkelen van een preventietraject rond gokken is het vergemakkelijken van de stap naar hulpverlening bovendien zeker een aandachtspunt.
De toekomstplannen van VAD
Ellen Coghe (stafmedewerker VAD sport) lichtte ten slotte de toekomstplannen van VAD toe.
In de sportclubs is er een groot draagvlak voor preventieve initiatieven rond gokken, maar het probleembesef en de knowhow om efficiënt aan preventie te doen ontbreken. Daar zit de uitdaging voor VAD.
Een eenmalige preventieve actie in de club gaat geen duurzame verandering teweeg brengen. Sportclubs werken daarom best een gokbeleid uit. Zo tekent de club krijtlijnen uit voor de leden, om op een verantwoordelijke manier met kansspelen om te gaan. Een beleid helpt ook de problemen die gokken teweeg kan brengen voorkomen of inperken. Voor een gokbeleid dient men vanuit de visie van de club volgende pijlers uit te werken: ‘afspraken en regels’, ‘educatie’, ‘zorg en begeleiding’ en ‘omgevingsinterventies’. VAD zal een stuurgroep samenbrengen om gericht te gaan nadenken over hoe het thema gokken op maat van de sportsector aan te pakken, en welke materialen er voor de federaties, koepels en sportclubs uitgewerkt kunnen worden.