De toegankelijkheid van de geestelijke gezondheidszorg voor personen met een verslaving: het SUMHIT-onderzoek
Een recent rapport van het KCE (Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg) over de organisatie van de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) wees erop dat het zorgaanbod te hoogdrempelig is voor mensen die kampen met geestelijke gezondheidsproblemen. Dit geldt in het bijzonder voor personen met verslavingsproblemen. Het SUMHIT-project (Substance Use and Mental Healthcare InTegration) wil de toegankelijkheid van de regionale GGZ-netwerken bestuderen voor personen met verslavingsproblemen. Ook willen de onderzoekers de zorgnoden van mensen met verslavingsproblemen exploreren, aangezien hierover relatief weinig geweten is.
Samen voorkomen van verslavingsproblemen en andere psychische problemen
Veel mensen met problematisch middelengebruik hebben bijkomende psychische problemen, terwijl veel mensen met psychische problemen ook middelen gebruiken. Schattingen van het druggebruik onder mensen met psychische aandoeningen lopen uiteen van twintig tot meer dan vijftig procent. Personen die kampen met een combinatie van een psychische problematiek en verslavingsproblemen hebben minder gunstige behandelresultaten dan personen met slechts één problematiek.
Zij worden geconfronteerd met een moeilijkere toegang tot gepaste dienstverlening, onvervulde noden en een complexer herstelproces. Maar ook personen die naast een verslavingsprobleem geen bijkomende psychische problemen hebben, klagen soms over de moeilijke toegankelijkheid van de zorg. Dat uit zich onder meer in lange wachtlijsten, veel exclusiecriteria en ‘cherry picking’, waarbij zorgcentra selectief kiezen met welke zorgvragers ze al dan niet aan de slag gaan.
De gespecialiseerde verslavingszorg heeft zich in België als sector parallel ontwikkeld aan de algemene geestelijke gezondheidszorg (GGZ). Als gevolg hiervan bestaan er vaak schotten tussen beide sectoren, terwijl het profiel van zorggebruikers weinig lijkt te verschillen. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt bovendien dat een geïntegreerde probleemaanpak tot de beste behandeluitkomsten leidt. Intensieve samenwerking tussen diensten en een focus op persoonlijk herstel zijn daarbij belangrijke randvoorwaarden. Toch blijft het realiseren van een gecoördineerde en geïntegreerde aanpak nog steeds een grote uitdaging in het beleid en de dagelijkse praktijk van de GGZ.
Doelstellingen op drie niveaus
De belangrijkste doelstelling van het SUMHIT-project is het onderzoeken van de toegankelijkheid van reguliere GGZ-diensten voor mensen met een verslavingsprobleem en het verhelderen van hun positie binnen de GGZ-zorgnetwerken. Daarnaast willen de onderzoekers met dit project ook verkennen hoe de GGZ en gespecialiseerde verslavingszorg intensiever kunnen samenwerken in het kader van de bestaande zorgnetwerken (cf. Art. 107 over de hervorming van de geestelijke gezondheidszorg).
Het project zet in op onderzoeksvragen op drie niveaus. Op het niveau van het individu willen de onderzoekers de vervulde en onvervulde noden van de doelgroep op vlak van geestelijke gezondheidszorg in kaart te brengen. Hierbij zal specifieke aandacht zijn voor de toegang tot en het gebruik van reguliere en gespecialiseerde diensten en ervaringen met zorgtrajecten en hulpverlening.
Op het niveau van organisaties en diensten zullen de onderzoekers praktijkwerkers van generieke en gespecialiseerde diensten bevragen over hun ervaringen met mensen met verslavingsproblemen en/of andere psychische problemen. Het is de bedoeling om de beschikbaarheid en toegankelijkheid van het zorgaanbod voor deze doelgroep te onderzoeken vanuit het perspectief van organisaties en hulpverleners.
Op het niveau van de zorgnetwerken en het zorgsysteem wordt de samenwerking/integratie van gespecialiseerde diensten binnen de algemene GGZ-netwerken geëvalueerd en gaan de onderzoekers na hoe systeemfactoren (op vlak van financiering, dienstverlening en bestuur) samenwerking vergemakkelijken dan wel belemmeren.
Hoe gaan de onderzoekers te werk?
Het onderzoeksproject betreft een interdisciplinaire samenwerking tussen onderzoeksteams van de UCLouvain (Instituut voor Gezondheids- en Maatschappijonderzoek, P. Nicaise), Sciensano (L. Gremeaux), UGent (vakgroep Orthopedagogiek, W. Vanderplasschen & vakgroep Strafrecht, Criminologie en Sociaal Recht, F. Vander Laenen) en HOGENT (Equality ResearchCollective, J. De Maeyer).
Om zicht te krijgen op de verscheidenheid aan zorgpraktijken en GGZ-netwerken wordt het onderzoek uitgevoerd in vijf specifieke GGZ-netwerken, die variëren qua grootte en bevolkingsdichtheid. Volgende zorgnetwerken bevestigden hun medewerking al: het GGZ Netwerk Aalst-Dendermonde-Sint-Niklaas (ADS), de Réseau Santé Namur, het GGZ Netwerk Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het SaRA GGZ Netwerk Antwerpen en het GGZ Netwerk Zuid-West-Vlaanderen.
Het onderzoek omvat verschillende deelstudies. Naast een literatuuronderzoek over gezondheidszorgstelsels en organisatorische mechanismen voor geïntegreerde zorg, omvat de studie een kwantitatieve bevraging van vervulde en onvervulde noden bij 500 zorggebruikers in de gespecialiseerde verslavingszorg en de algemene geestelijke gezondheidszorg. Hun zorgtrajecten worden geanalyseerd en verder verdiept op basis van een secundaire analyse van de Treatment Demand Indicator (TDI).
Met deze analyse proberen de onderzoekers de populatiegrootte van mensen met een verslavingsprobleem in behandeling binnen de GGZ in te schatten en diverse profielen van zorggebruikers te identificeren. Daarnaast brengen ze de beschikbare dienstverlening voor deze doelgroep in kaart per regio of netwerk. Hiervoor komt er een online bevraging bij alle GGZ-partners en diensten voor gespecialiseerde verslavingszorg binnen de vijf GGZ-netwerken. Ook zal nagegaan worden hoe deze diensten onderling samenwerken en naar elkaar doorverwijzen.
Het kwalitatieve onderzoeksluik omvat individuele kwalitatieve interviews met personen met een verslavingsprobleem uit de betrokken GGZ-regio’s. De interviews zullen inzicht bieden in hun individuele zorgtrajecten en in de barrières en faciliterende factoren bij het beroep doen op hulpverlening. Zowel personen die bekend zijn in de GGZ, als personen die (nog) geen beroep doen op deze diensten zullen hierbij aan bod komen.
Via focusgroepen willen de onderzoekers ten slotte zicht krijgen op de ervaringen van ervaringswerkers en andere hulpverleners met de toegankelijkheid en beschikbaarheid van de zorg binnen het zorgnetwerk. Deze verschillende werkpakketten zullen bijdragen tot het formuleren van concrete aanbevelingen, die verder afgetoetst en verfijnd zullen worden op basis van de feedback tijdens deze focusgroepen in de verschillende zorgnetwerken.
Impact van het onderzoek
De verwachting is dat het SUMHIT-project een duidelijke impact kan hebben op de samenwerking tussen en integratie van de GGZ en de verslavingszorg in de verschillende GGZ-netwerken, naast een verwachte impact op het GGZ-beleid. Uiteindelijk willen we met dit project bijdragen aan een betere toegankelijkheid en continuïteit van de zorg en een meer persoonsgerichte benadering die tegemoetkomt aan de noden en behoeften van wie zich tot de GGZ richt of wenst te richten.
Jurgen Magerman (onderzoeker), dr. Ilse Goethals (lector) & dr. Jessica De Maeyer (docent)
HOGent, EQUALITY Research Collective
Prof. dr. Wouter Vanderplasschen (hoofddocent) & dr. Clara De Ruysscher (doctor-assistent)
Universiteit Gent, Vakgroep Orthopedagogiek, Onderzoeksgroep Herstel & Verslaving