Skip to main content
  • Home
  • Artikels
  • Druggebruiksruimtes: pragmatische oplossing of noodzaak?

Druggebruiksruimtes: pragmatische oplossing of noodzaak?

Brussel en Antwerpen, de twee grootste steden van België, staan voor uitdagingen. In beide steden leven mensen in precaire omstandigheden die drugs gebruiken. Hoewel deze mensen vergelijkbare noden hebben, heeft Antwerpen – in tegenstelling tot Brussel en Luik – geen druggebruiksruimte. Wat kunnen deze steden van elkaar leren? Op de VAD-studiedag van 22 november 2024 deelden Tessa Windelinckx en Tino Ruyters (Free Clinic,  Antwerpen) en Bruno Valkeneers (Transit vzw, Brussel) hun inzichten.

Druggebruiksruimtes dienen ook het algemeen belang

Tessa Windelinckx, Vlaams Coördinator Gezondheidspromotie Injecterend Gebruik, belichtte de geschiedenis van gebruiksruimtes of Drug Consumption Rooms (DCR) en schetste het bredere kader. Haar boodschap is duidelijk: drughulpverlening, harm reduction, wetgeving en repressie, kunnen allemaal helpen. Maar ondanks deze strategieën, blijven er altijd mensen drugs gebruiken. Dit brengt risico’s mee voor henzelf en zorgt voor overlast- en  onveiligheidsgevoelens in de buurt. Daarom is een pragmatische oplossing nodig, die zowel het individuele als het maatschappelijke belang dient.

Gebruiksruimtes: van geïmproviseerde oplossing tot gespecialiseerde hulp

©VAD – “Herstel begint met verbinding”, benadrukt Tessa Windelinckx.

Gebruiksruimtes hebben een lange geschiedenis. Meer dan 30 jaar geleden begonnen ze als een initiatief van mensen die gebruiken zelf, als antwoord op druggebruik in de openbare ruimte. Inmiddels zijn ze in verschillende Europese steden uitgegroeid tot een belangrijk onderdeel van het drugbeleid. In ons land was de stad Luik in 2018 een pionier met een eerste gebruiksruimte.

De gebruiksruimtes richten zich op mensen met een hoogrisicoprofiel: voornamelijk mensen die drugs injecteren en mensen die gebruiken op openbare plaatsen. Er zijn verschillende soorten gebruiksruimtes: gaande van informele settings tot geïntegreerd in een grotere organisatie tot een gespecialiseerd aanbod, geïsoleerd maar in de nabijheid van andere zorgvoorzieningen. In 2023 telde Europa meer dan 100 druggebruiksruimtes. Ze bieden een veilige plek waar mensen hun vooraf aangekochte drugs hygiënisch kunnen gebruiken, onder toezicht van opgeleid personeel. In de gebruiksruimte wordt niet geoordeeld over het druggebruik.

Druggebruiksruimtes maken meestal deel uit van een ruimer hulpverleningsnetwerk. Ze bereiken mensen die buiten het reguliere zorgsysteem vallen en dragen bij aan minder infecties en minder sterfgevallen door druggebruik. Bovendien vinden mensen via de druggebruiksruimte opnieuw aansluiting bij de ruimere hulpverlening: hun toegang tot sociale diensten, gezondheidszorg en drughulpverlening verbetert.

Ook voor de samenleving als geheel bieden druggebruiksruimtes voordelen: het openbare druggebruik en de daaraan geassocieerde overlast nemen af.

“Voorlopig zijn er geen Vlaamse ervaringen met druggebruiksruimtes, wel met toenemend publiekelijk druggebruik.”

Tessa Windelinckx

Een Brussels praktijkvoorbeeld: GATE

© VAD. “Gate staat voor een poort naar zorg, een springplank om de sociale en gezondheidssituatie van mensen te verbeteren”, vertelt Bruno Valkeneers.

De laagdrempelige risicobeperkende gebruiksruimte GATE opende in 2022 de deuren in de buurt van het Brusselse Zuidstation. Vzw Transit en MSOC Brussel zijn de organisaties achter GATE. Bruno Valkeneers, woordvoerder van de vzw Transit vertelde meer over hoe de druggebruiksruimte tot stand kwam en welke lessen er al uit getrokken zijn. Hij toonde bovendien aan wat de positieve impact van GATE is.

Een oplossing voor een groeiende crisis

Steeds meer mensen belanden in een kwetsbare situatie en de Brusselse hulpverlening kan de groeiende vraag niet aan. De afgelopen tien jaar hebben diensten voor mensen in precaire omstandigheden een verzadigingspunt bereikt, van opvang en huisvesting tot gezondheidszorg,  inclusief drughulpverlening en nazorg.

Door de COVID-pandemie en de financiële crisis is de situatie nog verslechterd. Het resultaat? Een gigantisch huisvestingsprobleem en ontoegankelijke sociale en medische zorg. Mensen in uiterst kwetsbare situaties, vaak dak- of thuisloos, zoeken hun toevlucht in crackcocaïne, meestal op een dwangmatige manier en dus ook in de publieke ruimte. Gezien de omvang van de problematiek zorgt dit in bepaalde buurten voor sterk gevoel van onveiligheid. Dit is een grote zorg voor de betrokken overheden. Een pragmatische oplossing dringt zich dan ook op.

GATE: een politiek en juridisch huzarenstukje

Als reactie op deze situatie heeft het Brusselse stadsbestuur tijdens de vorige legislatuur gekozen voor een schadebeperkende aanpak door de opening van GATE te ondersteunen. Dat was geen evidentie, want ook de wetgeving stond een druggebruiksruimte in de weg. Dankzij de  politieke wil werden de nodige juridische stappen gezet om dit toch gedaan te krijgen. Zo kwamen er op Brussels niveau de nodige decreten en ordonnanties. Ook federale drugswet werd gewijzigd om gebruiksruimtes onder bepaalde voorwaarden te legaliseren.

Dit proces had twee belangrijke doelen: een betere gezondheid voor mensen die gebruiken enerzijds, en alle Brusselaars een betere leefomgeving bieden door de rust in de openbare ruimte te herstellen anderzijds.

Locatie en goede communicatie met buurtbewoners essentieel

Druggebruiksruimtes hebben hun nut duidelijk bewezen. Toch roept het openen van zo’n ruimte vaak bezorgdheid op in de buurt. Daarom zijn een doordachte locatiekeuze en goede communicatie cruciaal.

Een gebruiksruimte moet worden geopend op de plek waar de problemen zich voordoen. Mensen in kwetsbare situaties leggen geen lange afstanden af om hulp te zoeken.  95% van de bezoekers van GATE komt uit het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een bewijs dat er geen aanzuigeffect is. Dit onderstreept ook de noodzaak van vergelijkbare faciliteiten in andere buurten met een open drugscene. Ook drughandel in de buurt neemt niet toe door de aanwezigheid van de gebruiksruimte. In de directe omgeving van GATE geldt een nultolerantie voor drugs dealen. Dit wordt gehandhaafd door politie en parket.

“De voorgestelde aanpak is een nieuw instrument voor de politie, die nu de meest kwetsbare drugsverslaafden die dat wensen kan doorverwijzen naar een aangepast zorgtraject. In plaats van repressie hebben we gekozen voor gezondheid, veiligheid, begeleiding en hopelijk re-integratie.”

Michel Goovaerts, korpschef van de politiezone Brussel-Hoofdstad-Elsene

Daarnaast is een woordvoerder heel belangrijk. Bruno Valkeneers neemt deze rol op bij GATE. Iemand die aandacht heeft voor angstgevoelens en daarover in gesprek gaat, die zaken kan uitleggen en tonen, blijkt enorm helpend. Voor die opdracht staat Bruno niet alleen. Er is ook een team van twee straathoekwerkers aan de slag rondom de voorziening. Zij leggen contacten met buurtbewoners en winkeliers en zijn het aanspreekpunt in geval van overlast in de buurt. Daarnaast verwijzen ze mensen naar de gebruiksruimte en zamelen ze in de omgeving spuiten in. Een veiligheidsagent verzekert de rust in en rond het gebouw van GATE.

GATE: zorg en waardigheid voor mensen die gebruiken

Sinds de opening ontving GATE bijna 1000 bezoekers, waarvan 60% ook de sociale, verpleegkundige en medische consultatieruimte bezocht. Het toont aan dat de drempel naar een zorgtraject lager ligt dankzij de gebruiksruimte.

Crack is veruit het belangrijkste product dat wordt gebruikt (84%). In 2023 gebruikte iets meer dan een kwart van het publiek van GATE heroïne. De gemiddelde leeftijd van de bezoekers is 40 jaar en de overgrote meerderheid zijn mannen (90%). Een op de drie kreeg geen psychosociale opvolging bij een andere dienst. Meer dan de helft van de patiënten gaf bovendien aan nooit een behandeling voor hun verslavingsprobleem te hebben gekregen. Bijna 40% had geen geldige zorgverzekering en ongeveer de helft is dakloos.

“GATE is geen wonderoplossing, maar wel onmisbaar om de meest ontevreden bevolkingsgroepen te bereiken en aansluiting te geven bij de hulpverlening.”

Bruno Valkeneers

Sinds de opening werden in de gebruiksruimte in totaal 34.537 bezoeken geregistreerd. De meeste bezoekers komen effectief voor de gebruiksruimte en/of consultatie. Daarnaast zijn er ook mensen die steriel gebruiksmateriaal komen afhalen of die enkel een bezoek brengen aan de gemeenschappelijke ruimte.“Hoewel we de volledige cijfers voor 2024 nog niet hebben, kunnen we gerust zeggen dat er sinds de opening van GATE meer dan 18.000 drugshandelingen in de openbare ruimte zijn voorkomen”, zegt Bruno Valkeneers.

Antwerpen: uitdagingen en kansen

Tino Ruyters, directeur van Free Clinic, startte zijn betoog met een diepe zucht… Hij schetste een beeld van de Antwerpse situatie, waar ook kwetsbare groepen in multiprobleemsituaties zitten, als gevolg van trauma, armoede en dankloosheid. Problematisch druggebruik is hier een rode draad.

Die kwetsbare mensen worden weinig geholpen door het huidige beleid. Een beleid dat de nadruk legt op veiligheid en overlastbestrijding in plaats van op gezondheid en welzijn.

Een groep die geen groep meer is, maar wel gegroepeerd wordt

De Antwerpse drugscene is veranderd: er is meer gebruik in de openbare ruimte. Vroeger was dit minder zichtbaar omdat het meer verspreid was over verschillende plaatsen in de stad. Mensen die gebruiken worden nu door repressieve maatregelen van pleinen verdrongen naar de Damwijk, waar ook Free Clinic is gevestigd. Het gebruik is daardoor vooral geconcentreerd in één wijk.

“Antwerpen voert een actief beleid om mensen die lijden, uit het centrum van de stad weg te duwen.”

Tino Ruyters
©VAD. “Er was lang een soort code bij mensen die gebruiken: op straat gebruiken, dat deed je niet”, vertelt Tino Ruyters.

Bovendien was er ook meer interne sociale controle in de groep, openlijk gebruiken was not done. Dit past binnen een breder maatschappelijk probleem: een samenleving die steeds individualistischer wordt en minder sociale cohesie kent. “Er was lang een soort code bij mensen die gebruiken: ‘op straat gebruiken, dat deed je niet’, zegt Tino Ruyters.

Onbegrip en compassie in Antwerpse Damwijk

Burgers in de Damwijk voelen zich in de steek gelaten. Maar naast ergernis, onbegrip, angst en verontwaardiging hebben ze ook compassie met de mensen die gebruiken. Dit gevoel wordt gedeeld door de drughulpverleners van Free Clinic, die zich machteloos voelen onder de grote druk. Een druk die voortkomt uit het groeiende aantal hulpvragen en de steeds complexere problematiek in een al ingewikkeld werkveld. Mensen kunnen bij MSOC Free Clinic terecht voor psychische, medische en sociale hulp om de schadelijke gevolgen van druggebruik te beperken. Behandeling met methadon en spuitenruil vallen daaronder. Daarnaast biedt Free Clinic ook dagopvang (De Revue) en sociale activering (De Nomaad).

Ook de mensen die drugs gebruiken ervaren de toenemende onveiligheid die de toegenomen concentratie met zich meebrengt. Ze voelen zich verloren, beschaamd of juist onverschillig.  We staan open voor mensen die nog actief in het druggebruik zitten maar even goed voor mensen in herstel. Voor hen is de confrontatie met het zichtbare gebruik soms een rem waardoor ze dreigen weg te blijven. Tino en zijn team staan voor enorme uitdagingen, waarvan de grootste op dit moment is om te voorkomen dat hun locatie uitgroeit tot een officieuze gebruiksruimte. Deze strijd is soms uitputtend voor de teams.

Wat werkt om meest kwetsbare mensen die drugs gebruiken te helpen?

Volgens Tino kan een gebruiksruimte een deel van de oplossing zijn voor de Antwerpse problematiek. De Antwerpse situatie lijkt in verschillende opzichten op die in Brussel: openlijk druggebruik, risico’s voor mensen die gebruiken, voor de omgeving, overlast,  rondslingerende spuiten … Daarnaast liggen er ook kansen: bevragingen tonen aan dat er bij mensen die drugs gebruiken draagvlak is voor een gebruiksruimte. Velen van hen zouden gebruik maken van een gebruiksruimte wat maakt dat ze bereikbaar zijn en van daaruit de stap naar begeleiding kunnen zetten.

Tegelijk weet Tino dat een gebruiksruimte geen mirakeloplossing is. Er is meer nodig: te beginnen bij meer gedifferentieerd woonaanbod. Er is een grote woonproblematiek, en niet enkel in Antwerpen. Ook een betere toegang tot residentiële hulpverlening voor mensen met een multiproblem chronische verslavingsproblematiek en meer mobiele psychiatrische begeleiding op straat of in de inloopcentra. Daarnaast moeten we als hulpverleners nadenken over hoe we nog meer kunnen toereiken naar deze groep mensen? Hoe kunnen we ons therapeutisch arsenaal verbreden? Zijn er extra mogelijkheden op vlak van substitutiebehandeling? Of nog andere innovaties waar we aan moeten denken? Free Clinic nodigt uit tot reflectie en dialoog.