Bijzonder Zonder in Ronse: lokaal bestuur helpt fabeltjes rond cannabis de wereld uit
De stad Ronse ging in 2020 aan de slag met Bijzonder Zonder, een project waarmee lokale besturen jongeren in hun gemeente kunnen sensibiliseren over cannabis. Stadbestuur, LOkaal GezondheidsOverleg (LOGO) en Centrum Geestelijke Gezondheidszorg Zuid-Oost-Vlaanderen (CGG) sloegen de handen in elkaar om er een succes van te maken. VAD sprak met Hilke Van Gijsel (diensthoofd preventie bij stad Ronse), Veerle Gerbosch (voormalig CGG-preventiewerker) en Lieselot Geeraert (regiomanager bij LOGO Gezond+) over hun ervaring met Bijzonder Zonder.
Een verfrissend positieve insteek
Bijzonder Zonder richt zich op jongeren tussen 15 en 17 jaar die geen cannabis gebruiken. Veel jongeren denken dat bijna iedereen in hun omgeving cannabis gebruikt, terwijl het in werkelijkheid slechts om één op de vijf jongeren gaat. Met een socialemediacampagne en educatieve methodieken voor onderwijs, jeugdwerk, sport en jeugdhulp corrigeert Bijzonder Zonder deze foute perceptie. Het bevestigt jongeren in hun keuze om geen cannabis te gebruiken door hun talenten in de kijker te zetten: deze jongeren zijn ‘bijzonder zonder’.
Die positieve insteek gaf de doorslag om met Bijzonder Zonder aan de slag te gaan in Ronse, waar het thema cannabis duidelijk leefde: “Toen ik het concept voorstelde aan Hilke, die diensthoofd preventie is in Ronse, bleek dat het stadbestuur regelmatig signalen kreeg over cannabis van bezorgde ouders en organisaties”, zegt Lieselot
Hilke was dan ook meteen enthousiast om met Bijzonder Zonder aan de slag te gaan: “De positieve insteek overtuigde mij om er mijn schouders onder te zetten en ook de politiek op de kar te krijgen”, vertelt Hilke. “Het was eens iets anders dan altijd dat bestraffende en opgestoken vingertje. De boodschap benadrukken dat er ook heel veel jongeren zijn die geen cannabis gebruiken, vond ik belangrijk.”
Aangezien Veerle toen als preventiewerker in Ronse werkte, sprong ook zij meteen mee op de kar. En ook bij de lokale schepenen kon Bijzonder Zonder zeker op bijval rekenen. Zo herinnert Lieselot zich nog een anekdote van een van de schepenen: “Hij vertelde dat cannabis in zijn jeugd sterk aanwezig was in bepaalde vriendengroepen en dat hij erg zijn mannetje heeft moeten staan om te blijven ‘nee’ zeggen. Daarom vond hij het extra waardevol dat Bijzonder Zonder de sociale norm van niet-gebruik bevestigt. Iedereen was gewonnen voor dat idee en zo ging de bal dus aan het rollen.”
Eigen filmpjes een succesfactor
Lieselot, Veerle en Hilke werkten intensief samen om het project geïmplementeerd te krijgen in de verschillende sectoren en om filmpjes te maken voor de socialemediacampagne, waarmee Bijzonder Zonder van start gaat. Lokale besturen kunnen ervoor kiezen kant-en-klare filmpjes te gebruiken voor Bijzonder Zonder of ze kunnen zelf filmpjes maken. In Ronse zijn ze het unaniem eens: die eigen filmpjes zijn een must.
Door zelf filmpjes te maken, krijg je meteen veel meer betrokkenheid van de jongeren en de vrijetijdsorganisaties of sportclubs waar ze bij zitten.
Door zelf filmpjes te maken, krijg je meteen veel meer betrokkenheid van de jongeren en de vrijetijdsorganisaties of sportclubs waar ze bij zitten.
Veerle Gerbosch – voormalig CGG-preventiewerker
Hilke stuurde het maken van de filmpjes aan: “De kant-en-klare filmpjes die VAD aanbiedt, zijn sterk. Maar toch spraken ze de lokale jongeren niet voldoende aan omdat ze de jongeren en de locaties in die filmpjes niet kennen. Daarom heb ik beslist om met de jongeren van Ronse zelf filmpjes te maken. De jongeren die meegewerkt hebben zijn ook allemaal influencers die veel leeftijdsgenoten kennen.”
Zelf filmpjes maken is tijdsintensief, maar vergroot ook de betrokkenheid, vindt Veerle: “Hilke heeft samengewerkt met het jeugdopbouwwerk LEJO om de jongeren te bereiken en de filmpjes te maken. Verder zat dan een van de jongeren in de filmpjes bij een boksclub, een andere bij de stedelijke academie, … Je hebt dus meteen veel meer betrokkenheid van de jongeren en de vrijetijdsorganisaties of sportclubs waar ze bij zitten.”
Toen de filmpjes af waren, organiseerden Veerle, Hilke en Lieselot een toonmoment met een receptie voor iedereen die aan de filmpjes had meegewerkt en voor de lokale schepenen. “Dat vonden we ook een belangrijk moment”, zegt Lieselot. “Enerzijds is het een bevestiging van al het werk dat erin gestoken is. Anderzijds maak je op dat moment je netwerk warm voor het vervolg van het project. Door dat bedankingsmoment lag de motivatie bij de jongeren en de achterban nog hoger om de campagne mee te verspreiden en ze te delen op hun eigen kanalen. Zo voelden ze zich wat meer mede-eigenaar van de campagne.”
Draagvlak creëren in verschillende sectoren
De socialemediacampagne met de filmpjes is voor jongeren een eerste kennismaking met Bijzonder Zonder. Daarna gaan verschillende sectoren met de educatieve methodieken aan de slag. Zo komen de jongeren via verschillende kanalen en op verschillende momenten in aanraking met de boodschap dat vier op de vijf jongeren geen cannabis gebruiken.
“De samenwerking met de scholen en de bijzondere jeugdzorg liep het vlotst”, zegt Veerle. “Dat komt omdat we daar sowieso al regelmatig contact mee hadden, bijvoorbeeld op het scholenoverleg van het CGG en in het lerend netwerk bijzondere jeugdzorg. Dankzij die vaste overlegmomenten was het gemakkelijk om af te spreken en samen te bekijken hoe ze de methodieken konden uitrollen. Beide secundaire scholen in Ronse zijn dan ook met Bijzonder Zonder aan de slag gegaan. In sportclubs of jeugdbewegingen daarentegen hadden we nog geen rechtstreekse contacten, wat de implementatie moeilijker maakte.”
Ook al is Bijzonder Zonder een kant-en-klaar project, het duurde veel langer dan verwacht om het uit de startblokken te krijgen: “Om het overal in je lokale context te implementeren is er behoorlijk wat overleg nodig, want een mailtje sturen is vaak niet voldoende”, zegt Lieselot. “En daarvoor ben je afhankelijk van de agenda’s van de verschillende sectoren. Om bijvoorbeeld de sportclubs warm te maken, ga je het project best eens voorstellen op een sportraad, maar daar is misschien maar een keer of twee per jaar een algemene vergadering. Het duurt dus een hele tijd om het nodige draagvlak te creëren.”
Bovendien strooide ook corona roet in het eten, wat alles extra bemoeilijkte en vertraagde. “Mensen digitaal enthousiasmeren, is een pak moeilijker”, zegt Hilke. Hoewel de scholen wel enthousiast waren, duurde het na de lockdowns ook langer voor ze met de methodieken van Bijzonder Zonder aan de slag konden. “Toen de leerlingen terug naar school mochten, leefde het gevoel dat ze heel veel moesten inhalen”, zegt Veerle. “Het persoonlijke contact is zo lang weggeweest. Dat maakt dat er in het begin andere prioriteiten waren.”
Bijzondere jeugdzorg heeft een ander doelpubliek
Omdat Bijzonder Zonder zicht richt op jongeren die geen cannabis gebruiken, was het in de bijzondere jeugdzorg moeilijker jongeren te vinden die in aanmerking kwamen. Met de jongeren die geen cannabis gebruikten, speelden de begeleiders het kwaliteitenspel, een methodiek waarbij de focus ligt op de positieve eigenschappen van de jongeren. Ze deden ook de CannaRun, waarin jongeren fysieke opdrachten uitvoeren en gaandeweg correcte informatie krijgen over cannabis.
Als jongeren in hun eigen omgeving zien dat bijna al hun vrienden cannabis gebruiken, kan het zijn dat ze de campagne niet serieus nemen.
“Voor de jongeren in de bijzondere jeugdzorg kwam het onrealistisch over dat vier op de vijf jongeren geen cannabis gebruiken”, vertelt Veerle. “Natuurlijk is dat cijfer een Vlaams gemiddelde. Het zou kunnen dat het cannabisgebruik in Ronse hoger ligt. En al zeker bij specifieke groepen. Sommige jongeren zien in hun omgeving dat bijna al hun vrienden gebruiken.”
Dat jongeren een contrast opmerken met hun leefwereld kan positief zijn, maar kan evengoed tegenwerken volgens Lieselot: “Enerzijds is het goed dat ze zich er bewust van worden dat er in hun omgeving veel cannabisgebruik is, terwijl het Vlaamse gemiddelde een pak lager ligt. Anderzijds kan het ook zijn dat dit weerstand oproept, waardoor jongeren het niet geloven en Bijzonder Zonder dus ook niet meer serieus nemen.”
Blijvend vruchten plukken van nieuwe samenwerkingen
Om Bijzonder Zonder te implementeren in Ronse werkten CGG, LOGO en stad Ronse intensief samen. Zo konden ze de taken verdelen en een groter netwerk bereiken. “Voor ons als CGG was het een logische keuze om samen te werken met het LOGO”, zegt Veerle. “We werken allebei rond preventie en middelengebruik en hebben allebei eenzelfde achtergrond in evidence based werken”, zegt Veerle. “Daardoor stonden de neuzen ook meteen in dezelfde richting en versterk je elkaar enorm.”
“De expertise van het CGG was voor mij ook een grote meerwaarde”, vertelt Lieselot. “Bij het LOGO hebben we wel ervaring met methodieken verspreiden en bekendmaken en het proces wat op te volgen, maar via deze samenwerking had ik nu echt een link met vroeginterventie en drugbegeleiding. De kanalen van het CGG, zoals de bijzondere jeugdzorg en het onderwijs, waren heel nuttig om Bijzonder Zonder van de grond te krijgen. Het is ook versterkend als je elkaar dan als sparringpartner hebt en samen naar overlegmomenten met die sectoren kan gaan.”
“En Hilke kent dan weer iedereen binnen de stadsdiensten goed”, vult Veerle aan. “Dat maakte dat de samenwerking rond de socialemediacampagne met de communicatiedienst van de stad heel vlot verlopen is.” Vandaag plukken het CGG, het LOGO en de stad nog altijd de vruchten van die samenwerking. Zo hebben LOGO en CGG nu een rechtstreekse lijn met de communicatiedienst van de stad en zijn er bijvoorbeeld ook contacten met de sportdienst.
“Ik zou zeker ook andere steden en gemeenten aanraden met Bijzonder Zonder aan de slag te gaan”, zegt Veerle. “Het was een heel goede samenwerking, maar je hebt wel voldoende tijd nodig en best ook meerdere sterke lokale figuren die het project in de verschillende sectoren kunnen trekken.”