Skip to main content
  • Home
  • Artikels
  • Alcohol- en druggebruik bij jongeren in de residentiële jeugdhulp: wat zeggen de cijfers?

Alcohol- en druggebruik bij jongeren in de residentiële jeugdhulp: wat zeggen de cijfers?

Jongeren in de jeugdhulp zijn een kwetsbare groep om door middelengebruik in de problemen te komen. Niet alleen zijn ze net als andere jongeren kwetsbaar door hun leeftijd, ze hebben ook bijkomende uitdagingen die voortkomen uit een moeilijke gezinssituatie.

Recent onderzoek op basis van de VAD-leerlingenbevraging vergelijkt het middelengebruik van Vlaamse jongeren uit de residentiële jeugdhulp met dat van de algemene populatie 12- tot 18-jarigen. Deze cijfers bevestigen hun grotere kwetsbaarheid en benadrukken het belang van een brede preventieve aanpak, waarin jeugdhulpverleners een sleutelrol spelen. Je ontdekt alle onderzoeksresultaten in het rapport.

Alcohol: weinig verschil in hoeveel, wel meer negatieve gevolgen

Bij alcoholgebruik zien we nauwelijks verschillen tussen jongeren in de residentiële jeugdhulp en hun leeftijdsgenoten in de algemene populatie. Dat geldt zowel voor hoeveel alcohol ze drinken als voor risicovol drinkgedrag zoals bingedrinken, dronkenschap en de gemiddelde leeftijd waarop ze voor het eerst drinken (ongeveer 15 jaar in beide groepen).

Negatieve gevolgen

Opvallend is wel dat jongeren in de residentiële jeugdhulp meer negatieve gevolgen van alcoholgebruik rapporteren. Ze geven bijvoorbeeld vaker aan zich de dag nadien te schamen voor hun gedrag, spijt te hebben van seksueel contact of betrokken te zijn geraakt bij een ruzie of gevecht.

Materiaal
Jongeren in de residentiële jeugdhulp: middelengebruik, gokken en gamen in cijfers
In dit rapport lees je meer over het middelengebruik van jongeren in de residentiële jeugdhulpverlening.

Meer roken en vapen

Jongeren in de residentiële jeugdhulp roken meer tabak en e-sigaretten dan jongeren uit de algemene populatie. De beginleeftijd verschilt echter niet: die ligt bij beide groepen rond de 15 jaar, zowel voor tabak als voor e-sigaretten.

Meer cannabisgebruik

©Kampus via Pexels

Jongeren in de residentiële jeugdhulp geven ook vaker aan dat ze illegale drugs gebruiken. Het gaat hierbij vooral om cannabis. Ook lachgas wordt beduidend vaker gebruikt in deze groep. Voor andere illegale drugs rapporteren slechts kleine aantallen jongeren dat ze die gebruiken.

Cannabis is meer sociaal aanvaard

Cannabis maakt meer deel uit van de leefwereld van jongeren in de residentiële jeugdhulp. Niet alleen gebruiken ze zelf vaker, ze geven ook vaker aan dat veel van hun vrienden gebruiken en dat ze makkelijk aan drugs kunnen komen.

Bovendien lijkt cannabisgebruik in deze groep meer sociaal aanvaard: jongeren verwachten minder afkeuring van vrienden en geven aan zelf ook minder afkeurend te reageren wanneer een vriend(in) gebruikt.

Jongeren in de residentiële jeugdhulp gebruiken vaker om te ontspannen of zorgen te vergeten

Bij zowel alcohol als illegale drugs scoren jongeren in de residentiële jeugdhulp hoger op copingmotieven. Ze gebruiken vaker om redenen als ‘ontspannen’, ‘zorgen vergeten’, ‘zich goed voelen’ of ‘verveling tegengaan’. Dat is begrijpelijk gezien hun vaak moeilijke leefsituatie, maar het maakt hen ook extra kwetsbaar om problemen te krijgen met middelengebruik.

Meer gebruik van slaap- en kalmeermiddelen

In dezelfde lijn ligt ook het hogere gebruik van slaap- en kalmeermiddelen bij jongeren in de residentiële jeugdhulp. Gezien hun jonge leeftijd en de risico’s die deze middelen met zich meebrengen, vraagt ook dit gebruik extra aandacht binnen preventie.

Belang van een brede preventieve aanpak in de jeugdhulpvoorziening

De bevindingen bevestigen de grotere kwetsbaarheid van jongeren in de residentiële jeugdhulp en onderstrepen het belang van een brede preventieve strategie. Zo’n aanpak richt zich op gebruik voorkomen, experimenteren uitstellen en verantwoord gedrag stimuleren.

Een alcohol- en drugbeleid op maat van de voorziening is een effectieve manier om problemen door middelengebruik te voorkomen.

Hoe maak je het verschil als jeugdhulpverlener?

Of jongeren middelen gebruiken en of ze er al dan problemen door ervaren, hangt af van een samenspel van verschillende factoren — sommige werken beschermend, andere verhogen het risico. Preventie gaat altijd om over beschermende factoren versterken en risicofactoren beperken.

Als jeugdhulpverlener heb je niet alles in de hand, maar je hebt toch heel wat in huis om aan preventie te doen. Zeker in de residentiële jeugdhulp speelt je als begeleider een belangrijke rol in de opvoeding van jongeren. Beschermende opvoedingsvaardigheden en een warm opvoedingsklimaat vormen daarbij de basis.

Als jeugdhulpverlener heb je niet alles in de hand, maar je hebt toch heel wat in huis om aan preventie te doen. Zeker in de residentiële jeugdhulp speelt je als begeleider een belangrijke rol in de opvoeding van jongeren. Beschermende opvoedingsvaardigheden en een warm opvoedingsklimaat vormen daarbij de basis.

Zet in op mentaal welbevinden, gezonde copingstrategieën en sociale vaardigheden

Omdat copingmotieven zo’n belangrijke rol spelen bij middelengebruik van jongeren in de residentiële jeugdhulp, is het essentieel om in te zetten op mentaal welbevinden en alternatieve copingstrategieën. Ook breder inzetten op sociale vaardigheden sterkt jongeren tegen uiteenlopende vormen van risicogedrag.

Bespreek het thema regelmatig

Deze brede aanpak kan aangevuld worden met gerichte preventie-initiatieven die aansluiten bij de leeftijd en leefwereld van de jongeren. Om echt impact te hebben, is het belangrijk dat verslavingspreventie als een rode draad door de tienerjaren loopt. Door het thema regelmatig bespreekbaar te maken, blijf je aansluiten bij de jongeren hun ontwikkeling en veranderende leefwereld.

Meer over effectieve preventie in de jeugdhulp?

Meer info over een effectieve en wetenschappelijk onderbouwde aanpak van preventie-initiatieven in de jeugdhulp vind je in de leidraad ‘Verslavingspreventie in de jeugdhulp: tips voor een doeltreffende aanpak’.