Skip to main content

Historiek van VAD

VAD als organisatie kent een hele ontwikkeling. Gestart als een heel kleine vzw in 1982, werd VAD doorheen de jaren geconfronteerd met een aantal ontwikkelingen die zowel met het beleid als met de alcohol- en andere drugthematiek te maken hadden. VAD formuleerde hierop telkens een antwoord en groeide uit tot het expertisecentrum en koepelorganisatie van vandaag.

Oprichting in 1982

VAD is ontstaan vanuit een aantal nationale tweetalige federaties van centra die actief waren (al in de jaren 50 van vorige eeuw) op het terrein van alcohol en andere drugs, preventie en hulpverlening.

In 1982 werd de VAD vzw opgericht (als Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen vzw). Dit was een antwoord op de regionalisering van de preventieve gezondheidszorg naar Vlaanderen, waardoor de nationale subsidies ophielden. VAD was in deze beginfase een heel kleine vzw met beperkte personeelsomkadering. De activiteiten bestonden vooral in het samenbrengen van geïnteresseerde leden in werkgroepen. Zij organiseerden jaarlijks een activiteit of maakten een brochure.

Professionalisering sinds 1988

In 1988 werd een project aan VAD toegekend om een netwerk van preventiewerkers in de centra voor geestelijke gezondheidszorg in Vlaanderen te ondersteunen en te coördineren, gespreid over tien (en later elf) centra. Vanuit deze werking en samenwerking met het werkveld werden nieuwe projecten geformuleerd en onderhandeld met de overheid. Deze projecten richtten zich naar:

  • de ontwikkeling van een alcohol- en drugbeleid in verschillende sectoren (bijzondere jeugdzorg, onderwijs, arbeid, …),
  • specifieke doelgroepen (een vormingsaanbod naar hulpverleners, preventiewerkers, een onderzoeksproject over spuitenruil, …),
  • naar een specifiek aanbod (opzetten van een drugtelefoon service, gespecialiseerde bibliotheek, …).

Via deze projectwerkingen groeide VAD op tien jaar tijd van vier medewerkers in 1988 naar eenentwintig medewerkers in 1998.

Vanaf 1999 werd VAD door de Vlaamse overheid erkend als D-voorziening in het kader van gezondheidspromotie voor alcohol en andere drugs en werden convenanten afgesloten voor drie tot vijf jaar, waarin telkens een basiswerking en –financiering werd onderhandeld. Vanaf 2007 werden naast de basiswerking opnieuw meer kortdurende projecten uitgevoerd. Sommige daarvan werden gefinancierd in een federaal kader binnen het Fonds ter bestrijding van Verslavingen.

In 2015 kreeg VAD voor het eerst te maken met een open oproep voor erkenning in Vlaanderen tot partnerorganisatie voor alcohol, drugs, psychoactieve medicatie, gokken en gamen. Hierbij hoorde een bijkomende beheersovereenkomst en vijfjarenplan. Deze beheersovereenkomst werd vijf jaar later vernieuwd, waarbij de huidige erkenning loopt tot en met 2025. Ze omvat verschillende opdrachten:

  • informatieverstrekking,
  • methodiekontwikkeling en implementatie,
  • ondersteuning van het werkveld via vorming en deskundigheidsbevordering,
  • uitvoering van methodieken en projecten zoals onder andere De Druglijn, de websites en campagnes zoals Tournée Minérale.

Thematische klemtonen

Bij de start van VAD in 1982 lag de nadruk vooral op de alcoholproblematiek. In het begin van de jaren ’90 werden we geconfronteerd met een stijging van recreatief en ander druggebruik. Verschillende overheden investeerden sterk in drugpreventie, al dan niet met nadruk op veiligheid en criminaliteitspreventie. In deze periode breidde het aantal veldwerkers uit met o.a. gemeentelijke preventiewerkers. Ook de drughulpverlening kende een serieuze uitbreiding (o.a. met de MSOC, meerdere dagcentra binnen de Riziv-erkenningen). In die periode kwam ook een verschuiving van aandacht van abstinentie als belangrijkste behandelingsdoel tot een verruiming naar herstelgericht werken, schadebeperking, met onder andere substitutie, spuitenruil, peer support, …

De voorbije tien jaar kwam alcohol opnieuw op de voorgrond als belangrijke problematiek (qua omvang in de bevolking en qua kostprijs/maatschappelijke kost van alcoholproblemen) met de vraag naar een nationaal alcoholplan als beleidskader met het oog op een daling van de alcoholconsumptie in België. De voorbije jaren zien we een stijging van Nieuwe Psychoactieve Stoffen (NPS), ook wel ‘legal highs’ genoemd. Dit zijn producten die de effecten van bekende illegale drugs proberen te imiteren en omwille van de licht gewijzigde chemische structuur de drugwet (tijdelijk) konden omzeilen. Op 26 september 2017 trad in België een nieuwe wetgeving in voege die alle NPS in één keer illegaal maakte. MDMA/xtc is opnieuw populairder in het uitgaansleven en de zuiverheid en concentratie van het product stijgt spectaculair, waardoor de risico’s steeds groter worden. VAD volgt deze nieuwe ontwikkelingen op de voet, via literatuur, eigen onderzoek en de vele contacten met medewerkers in het werkveld (preventie en hulpverlening).

De nieuwe thema’s uit de beheersovereenkomst met de Vlaamse overheid, met name gokken en psychoactieve medicatie, krijgen de laatste jaren meer aandacht. De relatief nieuwe problematiek rond problematisch gamen vraagt extra ondersteuning, zowel binnen preventie als hulpverlening.

Een beleidsmatige aanpak

De basisaanpak rond preventie is de voorbije 30 jaar een standvastige waarde: een beleidsmatige aanpak met vier pijlers van een alcohol- en drugbeleid (momenteel wordt dit in een matrix model gekaderd) blijven de basis vormen van elk project binnen de setting (onderwijs, vrijetijd, arbeid, bijzondere jeugdzorg, …). Wetenschappelijk onderzoek maakt duidelijk dat een multicomponentenaanpak op lange termijn veel meer effect heeft dan een actiegerichte aanpak die zich ad hoc ontwikkelt (vaak naar aanleiding van problemen) en blijft hangen bij eenmalige acties.

Op deze beleidsmatige aanpak wordt verder gebouwd met:

  • educatieve methodieken,
  • methodieken rond vroeginterventie en schadebeperking,
  • regelgeving en structurele maatregelen die de gezonde keuze de gemakkelijkste keuze moeten maken.

Naast een settingsgerichte aanpak kiezen we ook voor specifieke doelgroepen en risicogroepen, waarvoor een aanpak op maat wordt uitgewerkt.

Eén van de basisopdrachten van VAD is methodiekontwikkeling. Nieuwe methodieken worden ontwikkeld op vraag van de setting of intermediaire structurele partners. Ze worden in samenwerking met preventiewerkers en vertegenwoordigers van de setting ontwikkeld, uitgetest en van feedback voorzien. De methodieken zijn evidence based en worden op een planmatige werkwijze ontwikkeld. Daarnaast wordt sterk ingezet op implementatie. Hiervoor doen we een beroep op de Logo’s, die instaan voor bekendmaking van methodieken, op preventiewerkers, die instaan voor de ondersteuning van de implementatie via vorming en coaching (cgg-preventiewerkers) en/of voor uitvoering van methodieken (intergemeentelijke preventiewerkers). VAD staat in voor afstemming en coördinatie en deskundigheidsbevordering van deze structurele partners. Ten slotte bieden we een aantal services rechtstreeks aan de doelgroepen aan via sensibiliserende campagnes, websites, De Druglijn, Safe ’n Sound, …

Voor de hulpverlening voorzien we werkgroepen waar uitwisseling van ervaringen kan plaatsvinden en een uitgebreid vormingsaanbod. Dit aanbod bevat zowel een basisaanbod als het introduceren van nieuwe inzichten en nieuwe werkwijzen in de sector.

Zesde staatshervorming: inkanteling van verslavingssector in de geestelijke gezondheidszorg

In de zesde staatshervorming werden een aantal voorheen federale drughulpverleningscentra overgeheveld naar Vlaanderen. De Vlaamse overheid koos ervoor om deze centra in een ruimer kader van geestelijke gezondheidszorg te integreren. Een aantal ontwikkelingen rond geestelijke gezondheidszorg zoals artikel 107 voor volwassenen en de ggz-netwerken voor kinderen en jongeren, speelden hierin mee. Bedoeling is om de verslavingsproblematiek in een globale geestelijkegezondheidsaanpak te includeren en zodoende meer capaciteit voor de aanpak van verslaving in te bouwen. Er gaat ruime aandacht naar vroeginterventie en meer ambulante aanpak (o.a. binnen mobiele teams) om de zorg dichter bij de zorgvrager te brengen. De herstelgerichte visie op geestelijke gezondheidsproblemen en verslaving staat centraal.

De Vlaming leeft gezonder in 2025: middelenproblematiek in een ruimer kader van gezondheidsbevordering

Waar we in Vlaanderen voordien werkten met gezondheidsdoelstellingen rond tabak, alcohol en drugs, kiest de Vlaamse overheid sinds 2016 voor een globale aanpak van gezondheidsbevordering. Hier horen verschillende gezondheidsthema’s, waaronder de middelenproblematiek, thuis. De doelstelling van het nieuwe strategisch plan beoogt dat ‘de Vlaming leeft gezonder in 2025’. De eerste insteek gebeurt via kadermethodieken voor gezondheidsbevordering. Daarna volgt een thematische aanpak op maat, afhankelijk van de noden en keuzes die een setting of doelgroep voor voren schuift. De preventie-initiatieven voor alcohol en andere drugs kunnen hier probleemloos op aansluiten, ook al is de aanpak in de praktijk steeds ruimer. Preventie van alcohol- en andere drugproblemen is een onderdeel van een continuüm dat start bij gezondheidsbevordering, maar verder reikt dan preventie en ook vroeginterventie, risicobeperking, behandeling en langdurige zorg omvat. Er zijn immers geen duidelijke scheidingslijnen te trekken tussen deze werkvormen. Als we de doelgroep/cliënt centraal willen stellen, dan is een continuümaanpak essentieel om op verschillende deelaspecten van de problematiek in te spelen (lichamelijke gezondheid, geestelijke gezondheid, functioneren, veiligheid, welzijn en welbevinden, …). Samenwerking en netwerking met heel verscheiden settings vormt de hoeksteen van het preventief werken aan alcohol- en andere drugproblemen.